Een belangrijk verschil met de huidige situatie is dat universitaire onderzoeksgroepen, om hun ontdekkingen verder te ontwikkelen en te testen, hun ziel en zaligheid niet meer hoeven te verkopen aan big pharma. De verkregen medische en farmaceutische kennis brengen we onder in een commons: een gemeenschappelijk beheerde en beschermde ruimte voor publieke goederen. Zo’n commons geeft ons de mogelijkheid te bepalen hoe, door wie en onder welke voorwaarden die kennis gebruikt mag worden. Die voorwaarden gelden voor bedrijven die, met deze kennis op zak, pillen, poeders, drankjes, vaccins en dergelijke gaan fabriceren. Dat kunnen zowel private als (semi)publieke bedrijven zijn.
Natuurlijk moet, voor Europa, de European Medicines Agency de kwaliteit van het geproduceerde goedkeuren. Even vanzelfsprekend is dat de producerende bedrijven de gefabriceerde medicijnen tegen kostprijs – met een bescheiden winst – aan de apotheek leveren. Daarbij dienen de berekeningen van die kostprijs volkomen transparant te zijn. Een dergelijk prijsplafond is terecht, omdat deze bedrijven substantieel profiteren van publiek gegenereerde en gefinancierde kennis.
Maar hoe gaan die Onderzoeksfondsen met substantiële bedragen gevuld worden? Ons voorstel is het invoeren van een onderzoeksheffing, een klein bedrag bovenop de vastgestelde prijs van het medicijn bij de apotheek. Daarmee financieren we, als samenleving, zelf het door ons gewenste onderzoek. De hoogte van deze heffing wordt jaarlijks vastgesteld op basis van prospectief economisch onderzoek.
Een taak voor de politiek
Om onderzoek te doen naar medicijnen voor nieuwe ziektebeelden moet uiteraard ook gebruikgemaakt kunnen worden van in de samenleving al voorradige kennis. Het probleem dat hier opduikt is dat het gebruik van een deel van die kennis nu gepatenteerd is. Het beste is om, waar nodig, dit nu nog gepatenteerde deel via verplichte licenties beschikbaar te maken. Deze procedure is (vooral in Europese landen) herhaaldelijk gebruikt in reactie op maatschappelijke kritiek op het patenteren van biomedische resultaten. Daarbij maken deze landen gebruik van de al bestaande wetten die het mogelijk maken in te grijpen wanneer patenthouders ingaan tegen het algemeen belang.
Ons voorstel kan van start gaan als op zijn minst een aantal landen meedoet. Dat verlaagt bovendien de onderzoeksheffing, omdat deze landen gaan profiteren van elkaars vrij toegankelijke onderzoeksresultaten. Realisering van het voorstel zal zendingswerk en overredingskracht vergen, waaraan ook de Nederlandse politiek een bijdrage kan leveren. Zo zullen de grote farmaceutische industrieën in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland vermoedelijk proberen het afschaffen van patenten op geneesmiddelen via lobbyen en steekpenningen te saboteren. Maar ze hebben geen enkele formele zeggenschap over een dergelijke beleidswijziging.
Wat nodig is om dit plan te laten slagen, is een politieke visie en de wil om de geprivatiseerde superwinsten op medicijnen af te schaffen ten bate van het algemeen belang. De groeiende wetenschappelijke en publieke kritiek op het monopolistische misbruik door big pharma biedt kansen op een dergelijke verandering. Zie bijvoorbeeld de activiteiten van de coalitie Public Pharma for Europe, een grote groep internationale organisaties op het terrein van de geneesmiddelenzorg.
Gelukkig zijn de patentsystemen van verschillende landen of regio’s niet identiek en niet wereldwijd geldig. Dit impliceert dat patenten die geldig zijn in de VS niet automatisch van kracht zijn in Canada, Europa, India of China. Het tegenargument dat we eerst moeten wachten op een wereldwijde consensus over de benodigde veranderingen gaat niet op. Als bijvoorbeeld Canada, India of de Europese landen medische patenten afschaffen, zullen in deze landen Amerikaanse patenten niet meer geldig zijn en zullen redelijk geprijsde generieke kopieën van de dure Amerikaanse medicijnen hier beschikbaar zijn.
Uiteraard zijn verder onderzoek en debat nodig, en voldoende politieke wil. Maar laten we zorgen dat dit debat zo snel mogelijk van de grond komt. We moeten af van de fatalistische houding dat big pharma en de enorme winsten die zij maakt er nu eenmaal zijn en dat we ons daar maar bij neer moeten leggen.
Een uitgebreide versie van dit artikel is verschenen in S&D, 2024, nr. 6. Die versie geeft ook de literatuur waarop het stuk gebaseerd is.