We moeten, zo stelt het conceptbeginselprogramma, terug naar de ‘kracht van het collectief’. In de context van planetaire vernietiging is dat meer dan waar. Het programma doet een eerste aanzet van wat er zou moeten gebeuren. Zo schrijft het over ‘selectieve groei’ – de nieuwe groenrode partij durft het dogma van economische groei blijkbaar nog niet helemaal los te laten – en groene industriepolitiek. Hoe dit eruit zou moeten zien blijft vervolgens echter vaag, terwijl juist hier een enorme kans ligt.
Fossiele industrie in publieke handen
Om klimaatvernietiging te bestrijden moeten we de fossiele industrie zo snel mogelijk sluiten. Omdat de gehele economie en maatschappij zijn gebouwd op de ruime beschikbaarheid van fossiele energie gaat dit per definitie enorm ontwrichtend zijn. De vraag is hoe we deze impact kunnen beperken, en het gebruik van fossiele brandstoffen op een snelle maar gecontroleerde en bovenal rechtvaardige manier kunnen afbouwen en stoppen.
Olie-, gas- en kolenbedrijven doen er alles aan om de transitie zo lang mogelijk tegen te houden, uit te stellen en te vertragen. De overheid zou kunnen proberen deze bedrijven met regelgeving, belastingen, afbouwquota en emissieplafonds bij te sturen, maar de praktijk laat zien hoe kwetsbaar dit beleid is voor de hindertactieken waar de fossiele industrie zo goed in is. Een andere optie, die veel meer recht doet aan de ernst van het probleem, is het in publieke handen brengen van de fossiele industrie, om die vervolgens stap voor stap af te bouwen en te sluiten.
Met de fossiele industrie in handen van de overheid kunnen democratisch gecontroleerde bestuurders vanuit het collectief belang besluiten hoe we het gebruik van fossiele brandstoffen afbouwen. Bovendien kan het in publieke handen brengen van de fossiele industrie en de meest vervuilende bedrijven een belangrijke stap zijn in het democratiseren van de bredere economie. Dit kan als voorbeeld dienen voor het opbouwen van een krachtige publieke sector.
Het democratiseren van de fossiele industrie is een uitgelezen mogelijkheid voor een nieuwe roodgroene beweging om kleur te bekennen in het grote vraagstuk van onze tijd, zo niet de hele menselijke geschiedenis. De weg naar ecologische rechtvaardigheid loopt via het democratiseren van de economie.