Het afgelopen jaar leefden we in het warmste jaar ooit gemeten en ervaarden we een ongekend aantal weersextremen, waarbij de vingerafdruk van klimaatverandering overduidelijk was. Extreme hitte en droogtes, maar ook recordbrekende stormen en overstromingen droegen bij aan mislukte oogsten, miljoenen mensen die hun huizen verloren en zeker duizenden sterfgevallen. Dicht bij huis werden Midden-Europa en Spanje getroffen door vernietigende overstromingen, versterkt door klimaatverandering. En dat bij een door de mens veroorzaakte gemiddelde opwarming van ‘slechts’ 1,3 graden Celsius.

2024 was het eerste jaar dat gemiddeld boven de anderhalve graad uitkwam, lazen we in de kranten en op sociale media. Waar komt die 1,3 graden dan vandaan? Het klimaat is gedefinieerd als het gemiddelde weer over een langdurige periode, meestal zo’n twintig of dertig jaar. Het afgelopen jaar was inderdaad het eerste individuele jaar dat boven de 1,5°C opwarming uitkwam – 1,6 graden zelfs! Maar dat langdurige, twintigjarige gemiddelde zit dus ‘pas’ op 1,3°C. Bij een gemiddeld klimaat verwachten we bepaalde weersomstandigheden en een bepaalde kans dat extreem weer voorkomt. Dat we in 2024 zoveel vernietigende weersextremen hebben meegemaakt, is dus vooral een ongelukkige voorbode van de gevaarlijke omstandigheden die we in de nabije toekomst kunnen verwachten, als de gemiddelde opwarming daadwerkelijk die 1,5°C aantikt.
Geen harde grens
Wat de krantenkoppen ons óók vertelden, is dat we afgelopen jaar door de 1,5°C-grens uit het Klimaatakkoord van Parijs zijn geschoten. Dat klopt om twee redenen niet. Ten eerste slaan de doelen van dat akkoord – om de opwarming tot ruim onder de 2°C en het liefst tot 1,5°C te beperken – op die langdurige gemiddelde opwarming van het klimaat, en dus niet op een temperatuur van een individueel jaar. Dat de gemiddelde temperatuur vorig jaar 1,6°C was, is zorgwekkend, omdat het laat zien dat de opwarming nog steeds te hard gaat. Maar het betekent niet dat het 1,5°C-doel uit het Parijsakkoord gepasseerd is.
Ten tweede is het 1,5°C-doel in het Parijsakkoord geen grens, maar een doelstelling. Het woord ‘grens’ impliceert een soort fysieke barrière of limiet en kan suggereren dat het klimaat onomkeerbaar zal veranderen als die grens is gepasseerd. De doelen in het Parijsakkoord zijn echter beleidsdoelstellingen, geen fysieke barrières. Ze zijn geïnformeerd door klimaatprojecties, maar uiteindelijk gebaseerd op politieke keuzes over welke risico’s door klimaatverandering we als maatschappij wel of niet willen accepteren. De gevolgen van klimaatverandering nemen echter niet evenredig toe met de opwarming zelf. De risico’s op ontwrichting, zoals onleefbare omstandigheden en het passeren van kantelpunten in het klimaat, nemen sterk toe tussen de 1,5°C en 2°C opwarming en worden nóg groter boven die 2°C. De doelstellingen zijn dus wel zeker gebaseerd op toenemende klimaatrisico’s, maar zijn geen grens of kantelpunt op zichzelf.
Semantiek of misleiding?
Dit kan overkomen als een semantische kwestie. Maken deze schijnbare verschillen in terminologie echt zoveel uit? Absoluut, want er vindt een informatieoorlog plaats, en zeker niet alleen over klimaatverandering. Wijdverspreide enquêtes laten zien dat een grote meerderheid van de mensen, niet alleen in Nederland maar over de hele wereld, klimaatverandering een probleem vindt en meer klimaatactie steunt. Als je kijkt naar de partijen die in de Tweede Kamer een meerderheid vormen, zou je dat echter niet gauw zeggen. Maar het is niet zo gek. Mensen van goede wil zijn soms simpelweg verkeerd geïnformeerd. Socialemedia-algoritmes sturen je in een konijnenhol van ultraconservatieve podcasts waar elke gek zich kan opwerpen als zogenaamde expert. En in de tussentijd bezuinigen we vrolijk verder op wetenschap en onderwijs.
Het verspreiden van verkeerde informatie en het aanwakkeren van verwarring is vaak niet onschuldig, maar onderdeel van campagnes van organisaties die belang hebben bij vertraging van klimaatbeleid. In een tijd waarin misinformatie en alternatieve waarheden de boventoon voeren in de politiek en het maatschappelijk debat, is het echter cruciaal dat we het verschil tussen een onschuldig foutje en een doelgerichte campagne van bedrog en misleiding herkennen. Met financiering van onder meer de fossiele industrie verspreiden ultraconservatieve denktanks en fundamentalistische vrije-marktorganisaties grootschalig foutieve informatie. Hun idealen, maar vooral hun winst en hun macht worden namelijk bedreigd door progressief klimaatbeleid.
“ Er worden nu vooral narratieven verspreid die mensen verlammen ”
Deze twijfelbrigade hield zich voorheen vooral bezig met de ontkenning van klimaatverandering an sich, dat het door de mens komt, of dat het überhaupt een probleem zou zijn. Maar klimaatverandering is hier, we kunnen niet meer om de overstromingen en hittegolven heen, en dus wordt er overgestapt op andere strategieën. Eén van deze tactieken is het zwartmaken van klimaatdemonstranten en het stimuleren van de criminalisering van vreedzame activisten, wat we in Nederland in de praktijk zien gebeuren. Maar ook de twijfelcampagnes en het zaaien van verwarring, in feite oude tactieken in een nieuw jasje, worden van stal gehaald. Nu worden er vooral narratieven verspreid die mensen effectief verlammen om in actie te komen, waardoor klimaatactie vertraagd wordt.
De zondvloed der onzin
Deze narratieven zijn grofweg onder te verdelen in extreem pessimistische verhalen (“Het is te laat!”) en extreem optimistische verhalen (“We zijn al zo goed bezig!”). Apocalyptische boodschappen dat de mensheid zal uitsterven, dat klimaatverandering de wil van een god is, die de mensheid straft voor haar zonden, dat we te laat zijn om nog iets te doen; dat zijn allemaal voorbeelden van pessimistische onwaarheden. Maar ook het afschuiven van verantwoordelijkheid en het wijzen naar de ander die eerst wat zou moeten doen (“China!”) zijn effectieve verhalen die een beroep doen op pessimisme, en waardoor er uiteindelijk niks gebeurt. Ook al zit er vaak een kern van waarheid in, het apocalyptische narratief dat we ‘te laat’ zijn om klimaatverandering te stoppen en de gevolgen te beperken klopt vrijwel nooit.
Ook naïef optimisme leidt tot verlamming. De boodschap dat het allemaal zo erg (nog) niet is, of dat we juist al zo goed bezig zijn, verhindert uiteindelijk ook de klimaatactie die zo hard nodig is. Greenwashing is daar een voorbeeld van: dat ene bedrijf dat ‘dé’ oplossing presenteert, kun je beter niet vertrouwen, en die boom die zogenaamd wordt geplant als jij je vliegticket koopt, bestaat vaak alleen in de spreadsheets van boekhouders. Ook het feit dat het ‘nog maar’ 1,3°C is opgewarmd kan leiden tot de conclusie dat het zó erg nog niet is. Daarbij vergeten we voor het gemak maar even de vele klimaatextremen waardoor we afgelopen jaar zijn overvallen.
De realiteit is dus niet het einde van de wereld, maar de toekomst is ook bepaald niet rooskleurig. Op basis van huidig beleid en beloftes gaat de opwarming nog wel even door. De kans is zeker aanwezig dat we niet alleen de 1,5°C, maar ook de 2°C voorbijschieten.
Het moet meezitten
In principe is het simpel: de opwarming stopt als we stoppen met het uitstoten van broeikasgassen. Daar zitten wat mitsen en maren aan, maar grof gezegd gaat dat wel op. Omdat de wereld heeft afgesproken de opwarming te beteugelen, is er in elk land wel een waaier aan beleid en beloftes die iets zeggen over een uitstootreductie in een bepaald jaar. Daarmee kunnen we eigenlijk best goed een inschatting maken van de te verwachten uitstoot, en dus de te verwachten opwarming.
Elk jaar presenteren een aantal organisaties projecties van de opwarming die we aan het eind van deze eeuw kunnen verwachten op basis van huidig beleid, bestaande doelstellingen en gemaakte beloftes. Met het huidige klimaatbeleid en daadwerkelijke acties steven we af op een opwarming van zo’n 2,7°C in 2100. Dat zou delen van de wereld onleefbaar maken en daarmee zouden we bepaalde gevaarlijke kantelpunten zeer waarschijnlijk passeren. We kunnen hopelijk minder opwarming verwachten, want de meeste landen hebben strengere beloftes gedaan in hun Nationally Determined Contributions, nationale doelstellingen die landen eens in de zoveel jaar moeten aanleveren bij de klimaatorganisatie van de VN. Op basis van die beloftes en doelstellingen zouden we een opwarming van 2,1°C kunnen verwachten. Dat is beter, maar zeker niet goed, en voldoet ook niet aan de doelstellingen uit het Parijsakkoord.
“ Als ik bij de dokter te horen krijg dat een operatie alleen in het allermeest optimistische scenario succesvol is, ga ik niet met een gerust hart naar huis ”
We kunnen ook een optimistisch scenario schetsen, waarin al het beleid, alle beloftes en ook alle doelstellingen van netto nul uitstoot worden geïmplementeerd, wat zou leiden tot een opwarming van ongeveer 1,9°C in 2100. In sommige projecties beperken we de opwarming dan zelfs tot 1,5°C, maar dat is alleen in het uiterste geval, als álles de goede kant op valt. Als ik bij de dokter zit en te horen krijg dat een operatie alleen in het allermeest optimistische scenario succesvol is, dan ga ik niet met een gerust hart naar huis.
Kansen
Afgaande op wereldwijde ontwikkelingen acht ik de kans klein dat alles de juiste kant op valt. In meer en meer landen zit een extreemrechtse regering aan de knoppen die vaak niks heeft met progressieve klimaatactie. In sommige landen stagneert het klimaatbeleid (Nederland), elders wordt het zelfs teruggedraaid (Verenigde Staten). Er worden nog steeds nieuwe kolencentrales geopend, alhoewel dit vaak is in landen die historisch gezien zeker niet de grootste vervuilers zijn. Een groot deel van de nieuwe olie- en gasprojecten wereldwijd komt wel uit de koker van rijke westerse landen zoals Australië, de VS en het Verenigd Koninkrijk. Landen die goed gepositioneerd zijn om de energietransitie uit te voeren, maar die ons in een fossiele houdgreep houden.
Is er dan geen goed nieuws? Jawel, er zijn absoluut veel goede ontwikkelingen. De vraag naar kolen en olie lijkt in de aankomende jaren te stagneren. En dat komt deels doordat schone energie in een ongekend tempo wordt uitgerold. Met name zonne-energie is goedkoper dan we ooit hadden kunnen geloven, en wordt met hoge snelheid opgeleverd, vooral door China. Ontwikkelingen in de afgelopen jaren hebben ervoor gezorgd dat de te verwachten opwarming aan het eind van deze eeuw is teruggebracht naar die 2,7°C, terwijl het ten tijde van het Parijsakkoord in 2015 een hele 4°C betrof. Niet goed genoeg, maar wel stukken beter.
Ook is er een kans om de opwarming in de aankomende jaren toch snel af te vlakken, namelijk door de vermindering van methaanuitstoot. Methaan, grotendeels uitgestoten door de intensieve veehouderij, is voor dik een kwart van de huidige opwarming verantwoordelijk. Maar snelle emissiereductie van methaan kan effectief een afkoelende werking hebben. Methaan is namelijk een heel sterk broeikasgas, veel sterker dan CO2, maar is na ongeveer tien jaar in de atmosfeer afgebroken. Als we stoppen met methaan uitstoten, gaat de concentratie in de atmosfeer dus relatief snel naar beneden, wat in feite voor een afkoeling kan zorgen. Methaanemissies snel reduceren biedt dus een grote kans om de opwarming snel af te zwakken, en gelukkig zijn hier ook internationale afspraken over gemaakt. In Nederland zou het halveren van de veestapel dus niet alleen goed zijn voor de gezondheid van de natuur, maar ook voor het waarborgen van een leefbaar klimaat.
Strijdbaar
Sommigen kunnen dit lezen als een hopeloos verhaal en alsnog de handdoek in de ring gooien. Ook ik ben niet altijd hoopvol. Maar de wanhoop en woede die ons soms overvallen, moeten we richten op degenen die verantwoordelijkheid dragen voor de crisis en die ons gretig in verwarring brengen. Als we vallen voor onzinverhalen over het klimaat, en klimaatactie daarmee stagneert, dan zijn extreemrechts en de fossiele industrie uiteindelijk de lachende derde.
GroenLinks is een partij van mensen die altijd zullen strijden tegen onrecht. En dat is – helaas – geen missie die morgen af is. We strijden al decennia voor een leefbaar inkomen, voor een dak boven ieders hoofd, voor gelijke behandeling, voor betaalbare zorg. Dat zijn stuk voor stuk punten waarop we stappen hebben gezet, maar die we zeker nog niet hebben afgevinkt. Maar we blijven vechten voor oplossingen, omdat het onze idealen raakt.
Klimaatverandering is ook niet morgen opgelost. Maar dat betekent niet dat we moeten opgeven. We kunnen ons dat niet veroorloven. Niet voor onszelf, niet voor onze medebewoners op deze aarde, of dat nou mensen, dieren of planten zijn, en niet voor onze toekomstige generaties. Dus haal je handen uit je broekzakken en trek je kop uit het zand, want er is werk aan de winkel. Ons huis staat in de fik, en niemand anders gaat ons uit de brand helpen.
Lees ook in deze Helling

Word vriend & ontvang De Helling
Altijd de nieuwste artikelen lezen? Als vriend van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks ontvang je 4x per jaar de Helling per post. Ook heb je bij elke nieuwe editie direct toegang tot alle Helling-artikelen op onze website.
De Helling draagt bij aan verdieping en politieke visievorming binnen GroenLinks. Met jouw vriendschap steun je het werk van het tijdschrift en Wetenschappelijk Bureau GroenLinks.