Mirjam Wijnja (1982) is wethouder in de gemeente Groningen, met onder andere gebiedsgericht werken en democratische vernieuwing in haar portefeuille. Daarvoor werkte zij onder meer in de jeugdhulpverlening. Hier leerde zij hoe belangrijk het is om naar het perspectief van jongeren te vragen.

Wijnja: “Ik vond het eigenlijk heel frustrerend dat wij als organisatie niet leerden van de jongeren die we als hulpverlener begeleidden. Dat vond ik echt een gemis. Dus dat ben ik zelf gaan organiseren. Door om te beginnen de simpele vraag te stellen: 'Hoe is het om jou te zijn en wat verwacht je van mij?'

Wijnja vertelt hoe dit tot nieuwe inzichten leidde: “Bijvoorbeeld hoe de brieven die je stuurt op jongeren overkomen, of wat de ontvangst bij de deur doet met iemand van 16 die zich heel onzeker voelt. Heb je ooit door die bril naar je werkprocessen gekeken? Dat heeft mij toen echt de ogen geopend. Het zit m soms in kleine dingen die je relatief gemakkelijk kunt veranderen.

Deze vraag stellen is hierdoor een basishouding geworden:Als er nu een ambtenaar tegenover mij zit met een plan, vraag ik vaak: ‘Goh, heb je al gevraagd wat jongeren hiervan vinden?’"

Waarom is het betrekken van jongeren belangrijk?

Het is eigenlijk heel simpel: jongeren zijn inwoners van onze gemeente. Je hebt alle perspectieven nodig voor goed beleid, en je hebt als wethouder of beleidsambtenaar nou eenmaal blinde vlekken, dit is inherent aan jouw eigen positie. Dus je moet iets doen om die blinde vlekken op te heffen. Om jongeren te bereiken, en dan écht een goede dwarsdoorsnede te krijgen, moet je een stap extra zetten.

Wethouder Mirjam Wijnja.
Mirjam Wijnja

Waarom is juist deze groep lastig te bereiken?

De meeste jongeren zijn echt niet bezig met de vraag wat de gemeente voor beleid maakt. Daarbij zijn wij als overheid gewend de paden te bewandelen die we al kennen: we gaan vragenlijsten versturen of we organiseren een avondje. Lachend: “Ik weet niet wat jij aan het doen was toen je 16 was, maar je dacht waarschijnlijk niet: ik ga in een buurthuis zitten.” Weer serieus: Dus je moet als gemeente nadenken over waar jongeren zijn en dan naar ze toe gaan.

Initiatieven in Groningen

Wijnja vertelt dat er verschillende initiatieven lopen waarbij de mening van jongeren centraal staat. Een geslaagd initiatief vindt Wijnja het project Meerstad: “Dankzij gedreven projectleiders zijn jongeren al vroegtijdig betrokken bij de totstandkoming van de plannen voor deze nieuwe woonwijk. Hun perspectief op de inrichting en hoe ontmoetingsplekken eruit moeten zien is echt in plannen meegenomen.”

Maar het gaat nog niet altijd goed: “Zo was er een initiatief, ‘Speaking Minds, waarbij samen met jongeren een methode is ontwikkeld om ze via het onderwijs te betrekken bij beleidsvorming. Het ging erom dat jongeren leerden hoe beleid tot stand komt, hoe zij hun stem kunnen laten horen, en aan het eind presenteerden zij dan hun advies aan de gemeente. Dit was eigenlijk een heel mooi project. Maar uit de evaluatie bleek dat de gemeente niets met deze adviezen had gedaan.

Hoe komt dat?

Ik ben pas 200 dagen wethouder, ik was zelf niet bij dit initiatief betrokken. Maar ik denk dat het implementeren van jongerenadviezen de moeilijkste stap is. Want dit kan echt consequenties hebben voor je plannen: financieel, qua personeel dat je moet inzetten. Daarom denk ik dat het bij Meerstad wel goed is gegaan: hier werd het jongerenperspectief al vroeg in het proces meegenomen, toen er nog daadwerkelijk ruimte was om inbreng te leveren.

Je vertelde net dat je bij beleidsambtenaren zelf ook regelmatig de vraag stelt: 'Heb je al gevraagd wat jongeren hiervan vinden?' Kun je een voorbeeld geven?

Ja, zo is er een plein in het centrum, het Damsterplein, dat we gaan herinrichten: het moet van een stenen eiland waar het ontzettend heet kan worden veranderen in een groene ruimte voor iedereen. De bewonersvereniging is heel nauw betrokken, maar dit zijn over het algemeen 50-plussers. Wij hebben een kinderburgemeester die altijd aandacht vraagt voor ‘spelen’ in ontwerpen. Dit werkt op de een of andere manier heel goed.

Maar eigenlijk bleek de hele jongerendoelgroep te missen, terwijl er veel studenten in de binnenstad wonen. Het is een doelgroep die nog niet als vanzelfsprekend in beeld is. Ik heb hier dus aandacht voor gevraagd. Inmiddels hebben studenten van de Hanzehogeschool hittemetingen gedaan en aanbevelingen gedaan.

“ De begeleiders zorgen ervoor dat de kinderburgemeester aan tafel zit bij mij, bij beleidsmedewerkers en bij de raad ”

Zeg je hiermee dat basisscholieren al wel goed in beleidsvorming betrokken zijn via de kinderburgemeester? Je hoort namelijk ook veel kritiek op deze vorm van participatie, omdat het symboolpolitiek zou zijn.

“Ik ben zelf ook kritisch op dit soort initiatieven, want het kan inderdaad symboolpolitiek zijn. Maar dat het goed werkt heeft echt met de kinderen in kwestie te maken. Ze voeren campagne, en maken dan concreet wat ze in hun periode willen bereiken. Ik maak nu de tweede kinderburgemeester mee. De eerste had als speerpunt ‘meer plekken om te spelen in de openbare ruimte’.

De kinderburgemeester wordt goed door de gemeente gefaciliteerd. De begeleiders zorgen ervoor dat zij goed aan tafel zit. Bij mij, bij beleidsmedewerkers en bij de gemeenteraad. Doordat hierdoor het speerpunt goed op het netvlies staat, gaat het lopen. De raad maakte er een initiatiefvoorstel over, en bij elk project in de binnenstad is nu aandacht voor spelen. 

Maar er zijn ook beleidsambtenaren die denken: met iedereen praten kost heel veel tijd en is lastig. Ik geloof er dus echt in: als je een paar mensen aanwijst die er steeds over beginnen en hulp bieden bij het organiseren van het gesprek, komt het op gang. Het moet zich gaan verspreiden door de organisatie en uiteindelijk gewoon worden. Maar dit vraagt een lange adem.

Het Gronings model

Wijnja stelt dat het er uiteindelijk om gaat dat het betrekken van het perspectief van jongeren vanzelfsprekend is. Zo vanzelfsprekend, dat het geen aparte aandacht behoeft. Dit is de reden, zo vertelt Wijnja, dat de gemeenteraad het college van B en W heeft gevraagd om iemand aan te stellen met als focus jongerenparticipatie.

“De denkrichting is om deze coördinator geen projecten te laten draaien, maar simpel en alleen de opdracht te geven om overal binnen de organisatie te doen wat ik doe: aandacht vragen voor het perspectief van jongeren. Ik denk namelijk dat veel beleidsambtenaren, maar ook collega-bestuurders, hier nog niet zo scherp op zijn. Als je de vraag niet stelt, gaat niemand iets doen.

“ Er zijn ook ambtenaren die denken: met iedereen praten kost heel veel tijd en is lastig ”

De gemeente Groningen zet sinds een paar jaar in op wijk- en gebiedsgericht werken, vertelt Wijnja. De gemeente werkt volgens het zogenaamde ‘Gronings Model’. Dit houdt in dat per wijk of dorp het gesprek, de agendasetting en de besluitvorming samen met de betreffende bewoners zelf wordt vormgegeven.

Zo zijn er proeven geweest met een coöperatieve wijkraad, waarbij een groep van gelote burgers samen met raadsleden en een bewonerspanel oplossingen en voorstellen voor de wijk aandraagt. In de wijk Oosterpark werden zo beslissingen genomen over verkeersveiligheid, een gezamenlijke buurttuin en hoe de buurt schoon te houden.

Wijnja: “Doel is dat jongeren op deze manier een plek hebben in beleidsvorming. De beperkte menskracht die ik heb, wil ik dus laten focussen op het goed geïmplementeerd krijgen van dit model. Het moet een natuurlijke manier van werken worden. Hier geloof ik meer in dan weer een apart iets optuigen, zoals een jongerenraad, en daar veel tijd en energie in steken.

En daarmee bedoel je dat je gebiedsgericht de participatie organiseert en daar probeert structureel een representatieve groep bewoners aan tafel te krijgen, inclusief de jongeren?

Ja, we hebben alle kennis over participatie in huis. De kernvraag is nu: hoe zorg je ervoor dat al onze mensen deze kennis ook gaan toepassen? Mijn ervaring is dat als je goed contact hebt met de wijk en het lukt om alle perspectieven met elkaar in gesprek te laten gaan, er waardevolle dingen uitkomen.

Kan ik hier ook uit afleiden dat het eigenlijk beter is om jongeren niet separaat te betrekken, maar in gesprek te laten gaan met alle andere perspectieven zodat er uitwisseling plaatsvindt? Dus geen groep jongeren aan tafel, maar een mix van bewoners?

“Ja, precies. Jongeren zijn gewoon onze inwoners. Die moet je betrekken als ieder ander.

Tot slot: wat is je belangrijkste advies aan collega-bestuurders die hier een stap in willen zetten? 

Altijd de vraag blijven stellen, en zelf het goede voorbeeld geven. Lead by example. Als je het belangrijk vindt, doe het dan ook zelf.