Die uitfasering vormt een noodzakelijke stap in de uitvoering van onze eigen klimaatwet. Het feit dat fossiele energiebedrijven een claim kunnen indienen, hebben we te danken aan een investeringsverdrag uit de vorige eeuw, het Energy Charter Treaty (ECT), en dan specifiek het Investor to State Dispute Settlement (ISDS) dat onderdeel is van dit verdrag.
Met dit ISDS kunnen bedrijven soevereine staten aanklagen wanneer ze menen toekomstige winsten mis te lopen doordat een overheid staand beleid verandert. Dit systeem functioneert parallel aan de normale rechtspraak. De fossiele industrie maakt al langer gretig gebruik van dit verdrag om staten aan te klagen die fossiele energieopwekking uitfaseren.
Dat dit nu ook in Nederland gebeurt, is geen verrassing: Nederland is de bakermat van het ISDS. In 1968 al introduceerde Nederland ISDS in een bilateraal investeringsverdrag met Indonesië.
We zijn als handelsnatie bovendien niet alleen de bakermat van dit systeem, maar ook een claimparadijs. Nederland heeft zo’n negentig investeringsverdragen afgesloten met andere landen waarin het ISDS is opgenomen. Tot 2017 hebben fossiele bedrijven vanuit Nederland al twintig aanklachten ingediend, voor een totaal van 55 miljard euro. Alleen vanuit de VS zijn meer claimzaken gevoerd. Nederland biedt daarmee al jaren de ultieme juridische bescherming aan klimaatvervuilers.