Nederland wil aardgasvrij worden. Daarom worden steeds meer huizen verwarmd door biomassa te verstoken. Is dat wel duurzaam? Wethouders spreken voorzichtig van een ‘tussenoplossing’ in de energietransitie. Maar als de CO2 wordt opgeslagen onder de zeebodem, kunnen biomassacentrales nog decennialang een nuttige rol spelen.
De meeste politieke partijen in Nederland pleiten inmiddels voor een grondstoffentransitie. Dat is goed nieuws. Het risico bestaat alleen dat de kosten van die transitie vooral gedragen zullen worden door grondstofproducerende ontwikkelingslanden. Juist groene en progressieve partijen dienen aandacht te vragen voor de mogelijke verliezers en aan te sturen op een eerlijke transitie.
Om het einde van het kapitalisme voor ons te kunnen zien, hebben we andere verhalen nodig. Het dominante economische verhaal is besmeurd met ‘bloed en drek’, waar we veelal van weg kijken. In nieuwe verhalen moeten we juist kijken naar waar het pijn doet, zodat we het leed kunnen verminderen.
Despite the rising cost of living, most of us in the European Union lead privileged lives. Outside the EU’s borders, hundreds of millions of people toil for our prosperity and even fight for our democracy. If you take to the streets to protest against price hikes and job losses, be careful not to throw these people under the bus.
Grondstoffen brengen in ontwikkelingslanden vaker ongelijkheid en conflict dan welvaart en vrede. Maar de schatten in de bodem laten is voor de meeste landen geen optie. Wat is nodig voor een eerlijke winning van de natuurlijke rijkdom?
Een handjevol supermarkten bepaalt wat we in Nederland eten en dus ook voor een flink deel hoe de voedselvoorziening er uit ziet. Van grond tot mond. Die machtsconcentratie heeft naast een enkel voordeel de nodige nadelen. Wie is er aan zet om dat te veranderen?
Bij Gibraltar nam het Verenigd Koninkrijk dit jaar een Iraanse olietanker in beslag. Iran deed hetzelfde met een schip dat onder de Britse vlag voer in de Straat van Hormuz. Deze incidenten maken duidelijk dat de wereldzeeën steeds vaker onderwerp zijn van internationale rivaliteit. We moeten onze aandacht dan ook meer op het water richten en naast een geopolitieke een ‘hydropolitieke’ strategie ontwikkelen.
Premier Rutte was overduidelijk trots toen hij in september tijdens de VN-klimaatweek in New York vertelde dat Nederland maar liefst 600 miljoen euro uitgeeft aan het tegengaan van klimaatverandering. Deze blijde boodschap ging gepaard met een dringende oproep aan andere landen om zich net zo voorbeeldig te gedragen als Nederland, dat als ‘kleine speler’ in zijn eentje geen verschil kan maken. Voor het gemak liet Rutte maar achterwege dat zijn regering meer dan het dubbele, namelijk 1,5 miljard, uitgeeft aan het ondersteunen van bedrijven die wereldwijd geld verdienen in de fossiele industrie.
Eind vorig jaar stond de brandende Amazone op de voorpagina’s. Deze branden houden niet alleen direct verband met klimaatverandering, maar ook met internationale handel.
De EU en veel Europese landen zijn op dit moment bezig met een heroriëntatie als het gaat om de relatie met China. Lange tijd werd geloofd dat het nastreven van steeds meer economische verstrengeling met China zou leiden tot politieke liberalisering in het land. Het tegenovergestelde is echter gebleken: door onze toenemende economische afhankelijkheid van China is het steeds moeilijker geworden om op te komen voor onze eigen waarden. Ook Nederland zou nu een Chinabeleid moeten ontwikkelen waarin progressieve waarden en mensenrechten centraal staan.