Wat heb je van huis uit meegekregen als het gaat om levensbeschouwing of religie?
"Ik heet niet voor niets Sargentini; mijn vader heeft Italiaanse voorouders, al is dat lang geleden. De ouders van mijn moeder kwamen uit Beverwijk, een katholieke enclave in Noord-Holland. Ik ben wat je noemt ‘Amsterdams katholiek’ opgevoed. Dat houdt in dat we niet naar de kerk gingen en er verder ook weinig aan deden. Toen ik geboren werd, ging mijn vader mij aangeven bij de burgerlijke stand. De ambtenaar zei: 'Jullie zijn beiden katholiek, zie ik. Zal ik uw dochter als katholiek inschrijven?' Mijn vader zei: 'Nou nee, bespaart u mij dat!' Mijn ouders hebben zich vervolgens beiden uit de kerk laten uitschrijven. Maar in de vakanties gingen we wel kerk-in en kerk-uit. We hadden ook een kerststalletje, dus er zat nog wel een laagje katholieke cultuur overheen.
Mijn vader is onderwijzer en geheelonthouder. Ik zou hem een humanist noemen, al doet hij dat zelf niet. We waren als gezin lid van het Nivon, de vereniging van natuurvrienden. Daarbij gaat het niet alleen om liefde voor de natuur, maar ook om de zorg voor elkaar en een bepaalde ondernemende geest. Mijn ouders hebben altijd veel vrijwilligerswerk gedaan, dus links-socialistische waarden heb ik ook wel meegenomen."
Heeft je achtergrond consequenties als het gaat om je opstelling in politieke kwesties rondom religie?
"Ik denk dat het er bij mij voor gezorgd heeft dat ik graag naar pragmatische oplossingen kijk. In de gemeenteraad in Amsterdam ging het eens over schoolzwemmen. Een aantal islamitische scholen wilden graag dat hun jongens en meisjes gescheiden zouden zwemmen. Dat is duurder en dat was een punt, maar er waren ook collega’s die principieel tegen gescheiden schoolzwemmen waren.
Dat werd op het scherpst van de snede uitgevochten, terwijl ik dacht: ‘Waar gaat dit om?’ We willen dat kinderen niet verzuipen. Ze moeten dus leren zwemmen. Dat is misschien wel vrijzinnig Amsterdams-katholiek: laten we het een beetje plooien, jongens. Wat heb je eraan als je uit naam van de emancipatie een principieel debat voert en tegelijkertijd de meiden de kans ontneemt om te leren zwemmen? Die verdrinken dan in de zomer in de Sloterplas."
Laten we nog even stilstaan bij het onderwijs. Steeds weer speelt in het debat de spanning tussen de vrijheid van onderwijs, de vrijheid van religie en het ideaal van emancipatie en gelijke kansen.
"Ik ben heel erg strikt met openbaar onderwijs opgevoed. Ik heb geen moeite met bijzondere scholen wanneer die naast openbaar geld niet ook nog kerkelijk geld ontvangen. Als je het financieel gelijktrekt en ervoor zorgt dat het curriculum ook op orde is, vind ik het prima. Maar je moet ook zeggen: gelijke monniken, gelijke kappen.
Want katholieke en protestantse scholen werden als de normaalste zaak van de wereld gezien, en daarnaast waren ook Jenaplanscholen, vrije scholen enzovoort geaccepteerd. Zelf heb ik op de openbare montessorischool gezeten. Maar toen moslims ontdekten dat ze ook eigen scholen konden oprichten, was de boot aan. Dat vind ik onterecht, al wordt ik niet blij van een islamitische school met veel te jonge meisjes die al een hoofddoekje dragen.
We hebben relletjes gehad over meisjes in nikab die de pabo deden en stage wilden lopen in de kinderopvang. Dat hoort bij de opleiding. Maar ik denk dat de kans vrij klein is dat je de pabo doorloopt en dan zelf een eigen klas gaat runnen in nikab. Als je eenmaal zover bent dat je voor de klas gaat staan, denk ik dat je in je eigen leven ook een volgende stap hebt gemaakt en dus geen nikab of boerka meer zal dragen.
Dat is dan mijn westerse interpretatie van emancipatie, maar ik denk het toch. Een goede onderwijzer heeft een redelijk flexibele geest, want die moet met veel kinderen met diverse achtergronden omgaan. En de pabo is toch een emancipatoire opleiding: hij is goed toegankelijk voor jongeren uit de lagere klassen. Mijn vader is ook als arbeidersjongen naar de kweekschool gegaan. Dat was een emancipatieslag. Daarom denk ik dat we zeker meer hoofddoeken gaan krijgen op scholen, zeker op de openbare. En dan denk ik dat die hoofddoek steeds frivoler wordt."
Hoever mag de inmenging van de staat in het onderwijs gaan? Er is een openbaar belang, maar we zeggen ook: je moet je als overheid zo min mogelijk met de opvoeding bemoeien. Dat is het domein van de ouders.
"Dat is de Nederlandse insteek. In Frankrijk denken ze daar misschien wel anders over. In Nederland is na de schoolstrijd in de negentiende en twintigste eeuw en na de emancipatie een precair evenwicht ontstaan. Artikel 23 is daar het resultaat van. Ik vind dat wel mooi, want je kunt gewoon niet altijd heldere, principiële keuzes maken. Polderen en soms ook pappen en nat houden. Ook daar heb ik wellicht het laissez-faire katholicisme van mijn ouders overgenomen. Levensbeschouwing en religie spelen nu eenmaal een rol, dus dat kun je beter in goede banen leiden. Maar ik denk dat de wens van ouders om hun kinderen op een zeer geprononceerde religieuze school te doen, uitsterft."