Column Daniëlle Hirsch
Dat klinkt natuurlijk geweldig, en is zeker een belangrijk signaal naar de internationale financiële instellingen. Maar toch vraag ik me af hoe Kaag en Rutte dit soort boodschappen met droge ogen kunnen uitdragen. Want achter het wervende optreden van onze ministers richting andere landen zit een patroon. Nederland is de hoeder van het multilateralisme, roept op tot ‘samen de schouders eronder zetten’ als het om de aanpak van de klimaatcrisis gaat, en gooit daar vanuit ons snel kleiner wordende budget voor ontwikkelingssamenwerking ook nog graag wat geld tegenaan.
Maar zelf stappen zetten binnen de eigen beleidsportefeuilles en budgetten, is er niet bij. Minister Kaag vindt het, net als haar collega’s bij Financiën, bijvoorbeeld nog steeds te ver gaan om fossiele bedrijven uit te sluiten van de steun die ze aan Nederlandse exporteurs geeft.
Dit patroon is niet alleen zichtbaar in de manier waarop we ons publieke budget besteden, maar ook in regelgeving. Binnen de EU zegt Nederland, onder leiding van diezelfde minister Kaag, voorstander te zijn van van strengere duurzaamheidsregels voor alle bedrijven die buiten hun eigen landsgrenzen ondernemen. Maar strengere regelgeving in eigen land richting Nederlandse bedrijven gaat haar vooralsnog te ver - ook al wijzen recente studies uit dat de activiteiten van die Nederlandse bedrijven duurzaamheid en mensenrechten onvoldoende verankeren.