De slogan van campagnevoerders tegen grootschalige hernieuwbare energieprojecten in Spanje is 'Ja tegen hernieuwbare energie, maar niet zo' (Renovables sí, pero no así). Wat betekent dit precies?

“Laten we ons allereerst richten op het deel 'Ja tegen hernieuwbare energie'. Op retorisch niveau is dit een stap vooruit ten opzichte van tien jaar geleden, toen het misschien gewoon 'Nee tegen hernieuwbare energie' was, punt uit. De slogan wordt gebruikt door een brede coalitie, verenigd in verzet tegen een bepaalde manier van duurzame energie opwekken, met windparken en zonneparken op het platteland. Maar het verzet is ook een weergave van de grieven die allang leven, over hoe de traditionele manier van leven in hun ogen bedreigd wordt.

Oppervlakkig gezien zijn hun voorstellen redelijk. Maar ze gaan voorbij aan de complexiteit van de situatie en zouden de ontwikkeling van hernieuwbare energie belemmeren. Naar mijn mening is het probleem dat klimaatverandering uit het debat verdwijnt. In de context van de klimaatnoodtoestand zijn zelfs de slechtst geplaatste hernieuwbare energiebronnen beter voor het klimaat dan fossiele energiebronnen.”

Héctor Tejero
Héctor Tejero

Kunnen de zorgen die deze bewegingen uiten, over biodiversiteit, landgebruik en landbouw, gemakkelijk worden weggenomen?

“Hoewel de infrastructuur voor hernieuwbare energie ongetwijfeld gevolgen heeft voor het milieu, is het belangrijk om te beseffen dat klimaatverandering de belangrijkste oorzaak is van het verlies aan biodiversiteit. Bepaalde diersoorten kunnen last hebben van de aanleg van infrastructuur voor hernieuwbare energie, maar er worden al stappen ondernomen om dit aan te pakken. Er zijn genoeg voorbeelden – met name op het gebied van zonne-energie – van projecten die een positief effect hebben op de biodiversiteit.

Het tweede debat gaat over landgebruik: daken versus de grond. De verzetsgroepen gebruiken studies om het punt te maken dat onze energiebehoefte ook kan worden gedekt met alleen zonnepanelen op daken. Maar de meeste experts zullen je vertellen dat dit niet klopt. Die studies houden geen rekening met de tijd die nodig is voor de installatie. Gezien de uitdagingen van klimaatverandering kunnen we niet wachten tot de capaciteit van zonne-energie op daken is uitgeput voordat we beginnen met de ontwikkeling van systemen op de grond.

Het debat over landbouw concentreert zich meestal op de bedreiging van een vermeende manier van leven. Stedelingen romantiseren landbouw vaak als iets natuurlijks – in tegenstelling tot zonnepanelen. De realiteit is dat intensieve, monoculturele, zwaar geïrrigeerde landbouw extreem destructief is voor de biodiversiteit en het milieu in het algemeen.

Om de doelstellingen van het Spaanse energie- en klimaatplan tegen 2030 te halen, hebben we slechts 0,3 procent van de bruikbare landbouwgrond nodig. In Spanje is ligt tien procent van het land braak.”

Welke rol speelt territoriale ongelijkheid in deze grieven?

“De elektriciteitsproductie is zeer slecht verdeeld over Spanje. Er zijn regio’s die veel meer elektriciteit produceren dan ze verbruiken, zoals Galicië, Aragón, Navarra en Extremadura. Andere verbruiken veel meer dan ze produceren, met als extreem geval Madrid, maar dit geldt ook voor Baskenland en de Valenciaanse Gemeenschap. Deze discrepantie moet worden rechtgezet.

Er is een aspect aan dit debat in Spanje dat elders in Europa niet bestaat: het concept van España Vaciada (‘Leeg Spanje’, verwijzend naar de ontvolking van het Spaanse platteland, red.). Dat is in de eerste plaats een emotiegedreven beweging. Het is een groep mensen die zich tekortgedaan voelt, verwaarloosd door de Spaanse staat. De beweging verzet zich tegen de ontwikkeling van duurzame energie. Mensen zeggen: 'We hebben minder voorzieningen, ontvolking en het gevoel dat niemand om ons geeft, en nu moeten we ook nog de lasten dragen van iets waar alleen anderen van profiteren.'”

Is er een gevoel dat Europa de energietransitie oplegt aan de Spaanse bevolking?

“In Spanje is het algemene gevoel ‘Europa dwingt ons ertoe’, gemengd met een vleugje ‘Ze dwingen ons ertoe, maar het is goed.’ Enquêtes tonen aan dat mensen de ecologische transitie in principe steunen, maar het niet eens zijn met de details.

Drie elementen moeten worden onderstreept. Het eerste is dat Spanje als westers land een morele verantwoordelijkheid heeft om een grotere bijdrage te leveren dan andere, niet-westerse landen. Het tweede is dat Spanje een van de landen in Europa is die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering, zoals we elke zomer zien.

“ De energietransitie biedt een kans om het Spaanse economische model ten goede te veranderen ”

En het derde is dat de energietransitie een kans biedt om het economische model van het land ten goede te veranderen. Er is echter geen garantie dat de nieuwe economische kansen eerlijk zullen worden verdeeld. Dit staat centraal in het conflict waar we nu mee te maken hebben.”

Wat is de positie van de Spaanse milieubeweging?

“De milieubeweging staat voor een dilemma. Aan de ene kant is er wat we de oude garde zouden kunnen noemen, doordrenkt van de traditie van de jaren zeventig en tachtig, voor wie klimaatverandering niet het centrale thema is. Dit milieuactivisme, dat meer gericht is op behoud van soorten en tegengaan van vervuiling, stuit nu op nieuwe bewegingen die zich richten op het klimaat. Dat levert veel spanning op binnen milieuorganisaties. Iedereen begrijpt dat infrastructuur voor hernieuwbare energie nodig is, maar tegelijkertijd heeft dat een impact op het plattelandsleven of op de biodiversiteit, en worden projecten tegengewerkt door omwonenden.

Dan heb je wat wij ‘klimaatpessimisme’ noemen. Dit perspectief, dat overal ter wereld, en met name in de Verenigde Staten, wortel heeft geschoten, is binnen bepaalde organisaties in Spanje erg wijdverbreid. Volgens deze mensen zullen de gevolgen van klimaatverandering zo snel, zo gewelddadig en op zo’n grote schaal zijn dat niets wat we doen er echt toe doet.

Politiek gezien is Spanje een vruchtbare voedingsbodem voor deze zienswijze vanwege de decentralisatie en de libertaire traditie. Het klimaatpessimisme mag dan een minderheidsstandpunt zijn, maar het is sterk vertegenwoordigd in de media en binnen milieuorganisaties. Dit voedt hier de retoriek tegen hernieuwbare energie.”

De debatten over deze tegenstellingen worden op harde toon gevoerd. Bestaat het risico dat er een kloof ontstaat binnen de milieubeweging?

“Het is hetzelfde voor elke beweging die klein begint: als ze groeit en diverser wordt, ontstaan er conflicten die niet altijd op te lossen zijn. Iedereen denkt dat hij het beste doet voor de planeet, voor zijn land, voor de samenleving of voor zijn kinderen.

Deze potentiële kloof baart me zorgen, net als het feit dat het heel gemakkelijk is voor nieuwkomers in het klimaatactivisme om in de retoriek van dreigende catastrofe te trappen die zo’n groot deel van de tijdgeest vormt. Het risico is dat we vast komen te zitten in een politieke impasse. Het klimaatpessimistische wereldbeeld creëert bovendien een gevoel van machteloosheid dat volgens mij problematisch is voor de geestelijke gezondheid en activisme in het algemeen, vooral onder jongeren.”

Windturbines in Spanje.
Windturbines in Spanje. Foto: Jesus Martinez. CC BY 2.0

Het oligopolie in de elektriciteitssector staat centraal in het publieke debat in Spanje. Hoe kunnen we de almacht van grote energiebedrijven tegengaan, aangezien we niet genoeg hebben aan kleinschalige investeringen?

“Elk project dat streeft naar een ecologisch en sociaal rechtvaardige transitie moet zich inzetten voor democratisering van de energiemarkten. We kunnen onszelf soms voor de gek houden door te denken dat iedereen een prosumer zal worden (iemand die zowel elektriciteit verbruikt als produceert en het overschot terugverkoopt aan het nutsbedrijf), maar er zijn mensen, misschien zelfs een meerderheid, die niet geïnteresseerd zijn om lid te worden van een energiegemeenschap.

Dat gezegd hebbende: we moeten snel handelen. We hebben geen tijd om het oligopolie te ontmantelen voordat we verder gaan met de transitie, maar we moeten er alles aan doen om het te beteugelen. Dit is de verantwoordelijkheid van de staat. We moeten ook in gedachten houden dat niet alle bedrijven hetzelfde zijn als het gaat om het op een verantwoordelijke manier opzetten van hernieuwbare energieprojecten. Je hoort weinig over de fotovoltaïsche bedrijven, die het, in tegenstelling tot de bedrijven die geworteld zijn in de bouwsector, goed doen – heel goed zelfs.

Nog problematischer dan het oligopolie op elektriciteit is het oligopolie op fossiele brandstoffen. In Spanje is de reputatie van de laatste groep bedrijven nog lang niet zo slecht, ondanks hun openlijke, directe campagne tegen de ecologische transitie. Dit is niet alleen een strijd tussen een groot oligopolie en de kleine man: het is een strijd tussen twee oligopolies. Als je besluit dat je het elektriciteitsoligopolie niet wilt helpen, dan gaat iemand anders geld verdienen met de verkoop van aardgas voor stroomcentrales en diesel voor auto’s.”

Hoe pakt de overheid de problemen met de energietransitie aan?

“De regering doet het over het algemeen niet slecht. Teresa Ribera’s ministerie (voor Ecologische Transitie en de Demografische Uitdaging, red.) is een van de invloedrijkste in de Europese Unie en speelt een voortrekkersrol.

Ondanks een paar misstappen in de communicatie doet het ministerie geweldig werk om vertragingen in de zelfvoorzienendheid op te lossen en ervoor te zorgen dat energiegemeenschappen worden geraadpleegd over beslissingen. Ik denk dat de grote impact van energietransitieprojecten en de onderdrukking van burgerparticipatie de belangrijkste oorzaken zijn van het wantrouwen van het publiek. We moeten mensen aanmoedigen om deel te nemen aan de ecologische transitie.”

Dus participatie is belangrijk volgens jou?

“Het is fundamenteel. Veel weerstand tegen hernieuwbare-energieprojecten komt doordat mensen het gevoel hebben dat ze niets te zeggen hebben. We kunnen niet tolereren dat de burgemeester van een dorp via het BOE (Boletín Oficial de Estado, het officiële staatsblad van Spanje) te weten komt dat er ergens in de buurt vijf projecten voor hernieuwbare energie zullen worden gebouwd.

We moeten transparantie, informatie en burgerparticipatie verplicht stellen en de handhaving ervan verbeteren. Dit betekent niet dat we zomaar moeten accepteren wat de mensen in de dorpen zeggen, want misschien hebben ze geen gelijk."

Een ander idee dat aan populariteit wint is dat van winstdeling. Hoe kunnen we getroffen gemeenschappen compenseren?

“De perceptie dat hernieuwbare energiebronnen alleen kosten met zich meebrengen en geen voordelen opleveren is schadelijk. Mensen zijn bereid bepaalde gevolgen voor hun grondgebied te accepteren als ze geloven dat er voordelen tegenover staan. Compensatie of het feit dat de diensten in hun buurt verbeteren kunnen het publiek overtuigen. Bedrijven kunnen al gratis elektriciteit aanbieden, maar dit is nog niet wijdverbreid.

Een andere optie zou kunnen zijn om een systeem te bouwen dat energierekeningen verlaagt op basis van het aantal inwoners of hernieuwbare installaties in een bepaald gebied. Dit is geen makkelijke optie, omdat het de wijziging van marktprijzen inhoudt, maar het zou niet alleen tot besparingen voor huishoudens kunnen leiden, maar ook tot meer competitieve, aantrekkelijke locaties voor bedrijven.

Een andere optie is het oprichten van een investeringsfonds naar Noors voorbeeld, dat de winst uit energieopwekking, na een kleine prijsstijging, teruggeeft aan getroffen gebieden. Zo’n prijsstijging zou weinig impact hebben en geld beschikbaar kunnen maken voor specifieke investeringen als gezondheidscentra of taxidiensten in gebieden met grote energieprojecten. Wanneer we uitleggen waar dit geld vandaan komt, zou dat mensen helpen de bredere voordelen van groenere energie te herkennen.”

Wat staat er op het spel als het ons niet lukt om hernieuwbare energieprojecten op een eerlijke manier uit te rollen?

“De ecologische transitie houdt in dat we een wereld ontmantelen terwijl we een andere creëren. Hierbij zul je in ieder geval in het begin meer vijanden dan vrienden maken, omdat je mensen hun manieren van leven verandert, voor iets nog heel abstracts. Ondertussen dragen we ook het gewicht mee van het voortdurende gevoel dat alles alleen maar erger zal worden. Als de eerste hernieuwbare projecten niet eerlijk worden geïmplementeerd, zullen mensen aannemen dat toekomstige projecten meer van hetzelfde zullen betekenen.

“ Hoe eerlijker de transitie, hoe sneller deze zal verlopen ”

De moeilijkheid is: we hebben niet de luxe om vertragingen op te lopen, noch om te wachten tot alles is gepland voordat we actie ondernemen. Het gaat er niet alleen om infrastructuur op te zetten, maar ook om de dreiging van de klimaatcrisis te stoppen. Over het algemeen geldt: hoe eerlijker de transitie, hoe sneller deze zal verlopen.”

Wat moeten we in de toekomst anders doen?

“We moeten duidelijk maken dat de ecologische overgang levens zal verbeteren. We moeten niet meer vooral kijken naar een naderende ramp, maar naar de mogelijkheden: een kortere werkweek, verbeterde zorgsystemen, steden met schonere lucht.

Allereerst moeten we mensen overtuigen van de noodzaak en onvermijdelijkheid van de groene omslag. We mogen aannemen dat mensen weten dat deze eraan komt, maar dat is niet overal het geval. Ten tweede moeten we mechanismen voor compensatie en dialoog ontwikkelen. Transities zijn complex, en mensen worstelen vaak in het begin, maar zodra ze de voordelen beginnen te zien, willen ze niet meer terug – zoals bijvoorbeeld het geval is met autovrije straten.

De ecologische transitie is meer dan een proces van technologische vervanging: het is een proces van sociale verandering. We moeten sociale wetenschappers inschakelen om een duidelijkere aanpak op te zetten voor overheidsbeleid en conflicten. Politicologen, sociologen en economen moeten nadenken over klimaatverandering als de grote transformatie van onze tijd. We moeten conflicten voorzien en een politieke gereedschapskist creëren om ze op te lossen.”

Dit interview verscheen eerder in de Green European Journal.