Dertig jaar na het eerste mondiale klimaatverdrag neemt de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen nog steeds toe. Terwijl het ene na het andere temperatuurrecord sneuvelt, zien we de verwoestende gevolgen van hittegolven, bosbranden en overstromingen. De ontregeling van het klimaat gaat gepaard met vernietiging van biodiversiteit en bossen, verlies van zoet water en vervuiling van ecosystemen met meststoffen en chemicaliën. We overschrijden inmiddels zes van de negen 'planetaire grenzen' die de 'veilige ruimte voor de mensheid' bepalen. Deze overschrijdingen vergroten het risico op abrupte en onomkeerbare milieuveranderingen, die de aarde tot een veel minder gastvrije plek maken voor de mens.[1]

De planetaire ontwrichting wordt grotendeels veroorzaakt door het toenemend gebruik van energie en materialen. De milieuwinst van hernieuwbare energie en van grotere energie- en materiaalefficiëntie wordt tenietgedaan door de toename van productie en consumptie, die zich vertaalt in economische groei. Nu de ecologische crisis zich verdiept, groeit in de wetenschap de twijfel of deze groei wel verenigbaar is met een leefbare planeet. ‘Het is onwaarschijnlijk dat een langdurige, absolute ontkoppeling van economische groei en milieudruk haalbaar is op wereldschaal’, aldus het Europees Milieuagentschap.[2]

Foto bij artikel geopolitiek: slak met helm op een rode achtergrond.

Het lijkt erop dat 'groene groei', het narratief dat ten grondslag ligt aan de Europese Green Deal, een illusie is. Dat verklaart de toenemende populariteit van de degrowth-beweging. Die pleit ervoor om het streven naar steeds meer materiële rijkdom te verruilen voor een leven binnen planetaire grenzen, in een egalitaire samenleving die gericht is op welzijn en daartoe hoogwaardige publieke voorzieningen biedt, van frequent en fijnmazig openbaar vervoer tot betaalbare volkshuisvesting. Deze transitie dient te beginnen in rijke, geïndustrialiseerde landen, waar economische groei ons toch al niet gelukkiger maakt. Het terugdringen van overproductie en overconsumptie door het mondiale Noorden moet ons niet alleen terugbrengen binnen de veilige ruimte voor de mensheid, maar ook natuurlijke hulpbronnen vrijspelen voor het mondiale Zuiden. Veel lage-inkomenslanden hebben méér van deze hulpbronnen nodig om in de basisbehoeften van hun bevolking te kunnen voorzien.

Degrowth oftewel ‘ontgroeien’ draait dus in de eerste plaats om het verminderen het energie- en materialenverbruik van rijke landen. Stagnatie of krimp van het bruto binnenlands product (bbp) is niet zozeer het doel als wel het waarschijnlijke gevolg.

Er valt veel voor te zeggen voor een EU die het voortouw neemt bij de transitie naar een post-groeisamenleving. Ten eerste uit oogpunt van rechtvaardigheid. De 27 lidstaten van de EU dragen een grote verantwoordelijkheid voor de ecologische crisis. Zij vertegenwoordigen minder dan 6 procent van de wereldbevolking. Maar hun historische aandeel in de overmatige CO2-uitstoot en het overmatige materiaalgebruik in de wereld bedraagt maar liefst 22 procent.[3] De meedogenloze toe-eigening van natuurlijke hulpbronnen uit alle windstreken heeft ons tot een van de rijkste regio's gemaakt. Als we als EU het streven naar economische groei laten varen om de planeet te ontzien, dragen we bij aan een eerlijker verdeling van rijkdom en hulpbronnen, zowel tussen Noord en Zuid als tussen generaties.

Ten tweede kan een post-groei-EU aan veerkracht winnen. Nu al zet de vergrijzing van de Europese bevolking een rem op de economische groei. Het hoeft niet lang meer te duren voordat de ecologie zo fors wraak neemt op de economie dat de bbp-groei stilvalt. We kunnen het einde van de groei beter organiseren, via democratisch overleg, dan over ons heen laten komen, als gevolg van ecologische rampspoed. Het laatste scenario belooft massale sociale onrust.[4]

Samenwerking en rivaliteit

Voor velen in de wereld zou een EU die economische groei afzweert aan geloofwaardigheid winnen, als partner in de strijd tegen de ecologische crisis. Internationale politiek gaat echter niet alleen over samenwerking, maar ook over rivaliteit. Juist nu een op hol geslagen klimaat schreeuwt om gezamenlijke actie, zien we toenemende vijandigheid en geweld. Hoe zou het een post-groei-EU vergaan in een wereld vol conflicten?

De aanval van Rusland op Oekraïne heeft het oorlogsgeweld tot aan de grenzen van de EU gebracht. Deze oorlog heeft Europeanen harde lessen geleerd over afhankelijkheid. Poetin dacht dat hij weg kon komen met zijn veroveringsoorlog omdat de EU verslaafd was aan Russisch aardgas. Dat bleek een misrekening: het terugschroeven van de gasleveringen heeft de EU niet weerhouden van steun aan Oekraïne.

Maar de prijs daarvoor was een energiecrisis. Europese overheden hebben honderden miljarden euro's uitgegeven om inwoners en bedrijven te helpen met hun energierekening. Bijna twee jaar na de grootschalige invasie van Oekraïne is de EU nog steeds niet afgekickt van aardgas, aardolie en uranium uit Rusland. We spekken nog steeds Poetins oorlogskas.

“ We zitten klem tussen twee agressieve autocratieën ”

Wel heeft de EU zich voorgenomen om de transitie naar hernieuwbare energie te versnellen. Dat vergroot echter haar afhankelijkheid van een andere grootmacht. China domineert de toeleveringsketens van veel kritieke grondstoffen en van de zonnepanelen en batterijen die eruit worden vervaardigd. We zitten klem tussen twee agressieve autocratieën.

Ontgroeien zou de EU in staat stellen haar afhankelijkheid van geïmporteerde energie en materialen sneller te verminderen. Zij zou minder kwetsbaar worden voor economische chantage. Een goed voorbeeld is mobiliteit. Het huidige klimaatbeleid komt erop neer dat we alle benzine- en dieselauto's vervangen door elektrische auto's. Omdat voor de batterijen van deze auto’s lithium nodig is, zal de Europese vraag naar dit metaal tussen nu en 2030 naar verwachting twaalf keer over de kop gaan.[5] In een degrowth-scenario, waarin het particulier autobezit wordt teruggedrongen ten gunste van fietsen, openbaar vervoer en deelvoertuigen, zou de vraag naar lithium en andere kritieke metalen veel minder fors stijgen; we zouden ook minder energie verbruiken.[6] Dan maken we misschien de dag nog mee dat we niet meer hoeven te vrezen voor crisis als gevolg van economische dwangpraktijken van Rusland of China.

Geopolitieke rivaliteit beperkt zich evenwel niet tot natuurlijke hulpbronnen. Schaarste aan hulpbronnen biedt nauwelijks een verklaring voor de aanval van Rusland op Oekraïne. Die moet veeleer gezocht worden in collectieve grootheidswaan – de illusie dat het tsarenrijk kan worden hersteld door buurlanden opnieuw te koloniseren – en in de vrees van de Russische elite dat democratie in die  buurlanden het eigen volk zou kunnen besmetten. Dit laat zien dat geopolitieke strijd zich uitstrekt tot de waarden waarop nationale samenlevingen en mondiaal bestuur zijn gegrondvest. De uitkomst van deze strijd bepaalt mede hoe leefbaar de planeet zal blijven voor de mensheid.

Democratie versus autocratie

Een belangrijke breuklijn in de geopolitiek loopt tussen democratie en autocratie. Vandaag is Oekraïne het slachtoffer van deze rivaliteit. Morgen kan zij leiden tot een gewelddadige confrontatie in de Straat van Taiwan. Het wapengekletter van China tegenover Taiwan dwingt ons om rekening te houden met een gewapende poging tot eenmaking. Als die slaagt, is de democratie in Taiwan dood.

Critici van economische groei mogen niet wegkijken van de bedreiging die agressieve autocratieën vormen voor de democratie, de mensenrechten en de internationale rechtsorde, want het staat buiten kijf dat de overgang naar een post-groeisamenleving democratisch moet zijn. Democratie biedt een publieke ruimte om het dogma van economische groei in twijfel te trekken. Veel 'degrowthers' pleiten er zelfs voor om de democratie te verdiepen door haar uit te breiden naar de sfeer van de economie; zo kan de groeidwang van het aandeelhouderskapitalisme worden beteugeld. Democratie is op haar beurt afhankelijk van mensenrechten, waaronder het recht om te protesteren tegen machthebbers die de ecologische crisis verergeren.

Om erger te voorkomen is niet alleen groene politiek op nationaal niveau nodig, maar ook ongekende wereldwijde samenwerking. Die zal niet van de grond komen in de wereld waar autocraten van dromen: een wereld waar het recht van de sterkste geldt. Toegegeven, ook democratieën grijpen soms naar geweld. Maar zij voeren zelden oorlog tegen elkaar. Ze zijn eerder geneigd om conflicten vreedzaam op te lossen, in overeenstemming met de internationale regels waarmee vrijwel alle landen ooit hebben ingestemd.

Een op regels gebaseerde wereldorde is niet alleen onmisbaar om nog meer oorlogen te voorkomen, maar ook om ecologische bedreigingen aan te pakken. Nu Rusland is vervallen tot een schurkenstaat en China steeds agressiever wordt tegenover zijn buurlanden, terwijl de Verenigde Staten geneigd blijven om zichzelf boven de wet te plaatsen, komt de EU een grote rol toe bij het beschermen van de internationale rechtsorde.

Dus rijst de vraag: kan een post-groei-EU mede vormgeven aan de wereldpolitiek of moet zij deze ondergaan? Kan zij zichzelf, haar bondgenoten, de democratie, de mensenrechten en de internationale rechtsorde verdedigen tegen aanvallen van landen als Rusland of China? De macht van landen en allianties wordt doorgaans afgemeten aan hun rijkdom en militaire capaciteiten. De oorlog in Oekraïne bevestigt die maatstaf. Zonder miljarden aan westerse steun, zowel geld als wapens, was Oekraïne niet opgewassen tegen de Russische agressor.

Zo bezien maakt een EU zonder groei zich kwetsbaar. Haar aandeel in het mondiale bbp zou nog sneller dalen dan nu al het geval is. Met een kleiner aandeel in de wereldhandel zou zij minder invloed hebben op derde landen en multinationals. De strijdkrachten zouden sterker wedijveren met andere overheidssectoren om geld en natuurlijke hulpbronnen. Het is duidelijk dat degrowth en geopolitiek op gespannen voet staan. Kunnen we de kwadratuur van de cirkel vinden?

Beter samenwerken

Een eerste manier om de spanning tussen post-groei en geopolitiek te verminderen is het tegengaan van verspilling in de buitenlandpolitiek. Te vaak is de Europese diplomatie een kakofonie van nationale zelfoverschatting. Die frustreert een gezamenlijke aanpak. Zie hoe de EU aan de zijlijn staat bij het Israëlisch-Palestijnse conflict, ondanks het feit dat ze de grootste handelspartner van Israël en de grootste hulpdonor van Palestina is.

Tweedracht onder EU-landen verklaart ook deels waarom de democratische wereld nog geen duidelijke rode lijnen heeft getrokken tegenover China. De VS, de EU, Japan en andere landen die gezamenlijk harde sancties in het vooruitzicht stellen – dat kan Beijing weerhouden van een aanval op Taiwan. Het bewaren van de vrede in de Straat van Taiwan is van planetair belang: als China ten strijde trekt, zou dat wel eens het einde kunnen zijn van de mondiale klimaatonderhandelingen.[7]

“ Moet de oorlog echt tot aan de voordeur komen voordat EU-landen de gelederen sluiten? ”

De evenwichtsoefening tussen rivaliteit (over democratische waarden) en samenwerking (op ecologisch gebied) met China is al moeilijk genoeg; Europese verdeeldheid vergroot de kans op ongelukken. Moet de oorlog echt tot aan de voordeur komen voordat EU-landen de gelederen sluiten, zoals ze in overgrote meerderheid deden toen Rusland Oekraïne van de kaart probeerde te vegen?

De Europese defensie kampt met versnippering, dubbelingen en een gebrek aan interoperabiliteit tussen nationale strijdkrachten. Terwijl het Amerikaanse leger 30 grote wapensystemen gebruikt, hebben de krijgsmachten van de EU er ongeveer 180.[8] Dit gemis aan samenhang is een verkwisting van overheidsgeld, materialen en menskracht. Het vermindert onze collectieve slagkracht, wat des te zorgwekkender is nu Ruslands imperialisme ons dwingt om afschrikking weer serieus te nemen.

De EU kan zich deze costs of non-Europe niet langer veroorloven. Dit zou nog sterker gelden voor een EU zonder groei. Zij zou voor hechtere samenwerking moeten kiezen. Dat betekent met één stem spreken: geen veto's meer in het buitenlands en veiligheidsbeleid, een EU-minister van Buitenlandse Zaken, een EU-zetel in de VN-Veiligheidsraad. Het betekent ook serieus werk maken van defensie-integratie. Nederland geeft het voorbeeld: alle brigades van de Koninklijke Landmacht zijn inmiddels onderdeel van Duitse divisies.

In de wereldwijde wedijver tussen democratie en autocratie kunnen de VS bij de volgende presidentsverkiezingen wegvallen uit ons kamp, als Trump of een Trumpist zegeviert. Hoe dan ook zullen de VS hun defensie steeds meer richten op dreigingen uit China in plaats van Rusland.[9] Daarom zal ook een post-groei-EU haar militaire veiligheid minder afhankelijk moeten maken van de VS. Om de lacunes in de Europese defensiecapaciteiten op te vullen, dienen nieuwe wapensystemen te worden aangeschaft.[10] Het is cruciaal dat lidstaten dit samen doen. Dat bespaart kosten en bevordert interoperabiliteit. Het kan een beslissende stap zijn naar integratie van de strijdkrachten. (Zie het interview met Sven Biscop in deze Helling.)

Gezamenlijke verdediging betekent ook: langdurige steun voor de verdediging en wederopbouw van Oekraïne. Een brede benadering van veiligheid omvat tevens ontwikkelingssamenwerking en klimaatsteun aan het mondiale Zuiden. Dit alles telt op tot een forse factuur voor een EU zonder bbp-groei, maar de degrowth-beweging onderstreept terecht dat het algemeen belang zwaarder moet wegen dan excessieve privéconsumptie. Een post-groei-EU zou er goed aan doen om diplomatie, defensie en internationale samenwerking op te nemen in de lijst van hoogwaardige publieke voorzieningen die zij nastreeft.

De Unie uitbreiden en verdiepen

Een post-groei-EU kan niet zonder bondgenoten. Die verschaffen meer middelen, meer legitimiteit. Nu de VS na de verkiezingen van 2024 wel eens zouden kunnen afglijden naar autoritarisme, isolationisme en klimaatontkenning, kan de EU het zich niet veroorloven nog meer bondgenoten te verliezen. Zij moet het Verenigd Koninkrijk dicht bij zich houden en benadrukken dat de deur openstaat voor herintreding. EU-lidmaatschap is de sterkste vorm van bondgenootschap.

Toetreding van de Westelijke Balkan, Oekraïne en Moldavië zou een nog grotere geopolitieke noodzaak worden voor een post-groei-EU. Zo’n EU moet ruimte bieden aan een agenda van 'groene groei' in nieuwe lidstaten die de economische kloof met de oudere lidstaten willen verkleinen of aan naoorlogse wederopbouw werken. Als Oekraïne de Russische aanval overleeft, met onze hulp, kan het land al vóór toetreding een formidabele bondgenoot worden, die morele en militaire kracht inbrengt.[11] 

Er zit spanning tussen het verdiepen en het uitbreiden van de EU. Hoe meer leden, hoe moeilijker het is om overeenstemming te bereiken. Dit is vooral het geval als nationale regeringen de waarden uit het EU-verdrag, waarvoor ze ooit getekend hebben, aan hun laars lappen. Er is maar één saboteur nodig, zoals de autoritaire Hongaarse regering vandaag de dag, om het wederzijds vertrouwen te ondermijnen en de besluitvorming lam te leggen.

Daarom moet EU-uitbreiding gepaard gaan met verruiming van meerderheidsbesluitvorming en een steviger toezicht op democratie, rechtsstaat en mensenrechten binnen de grenzen van de EU. Dit is geen overdreven bemoeizucht, want de ondermijning van Europese waarden in één land raakt ons allemaal. De regels waar we naar leven zijn deels tot stand gekomen door supranationale besluitvorming waarin elke lidstaat een stem heeft, dus één lidstaat die tot autocratie vervalt bezoedelt het democratische karakter van alle andere lidstaten. De positie van de EU als wereldspeler hangt niet alleen af van haar diplomatieke, economische en militaire kracht, maar ook van de naleving van haar eigen waarden. Tot slot is de veiligheid van de EU in het geding wanneer, zoals in het Hongarije van Viktor Orbán, de uitholling van de democratie hand in hand gaat met avances naar Moskou en Beijing.

De EU moet een bondgenoot zijn van burgers die terugvechten tegen democratisch verval. In het geval van Hongarije is het bewijs van ernstige schendingen van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten zo overweldigend dat de lopende artikel 7-procedure tegen Hongarije dringend dient te worden doorgezet, wat moet leiden tot de schorsing van het stemrecht van de regering-Orbán in de Raad van de EU. De EU-instellingen moeten veel beter gebruik maken van hun bestaande instrumenten om de Europese waarden – en daarmee de rechten van burgers en ingezetenen – te beschermen.[12]

“ De democratische rechtsstaat vraagt om dijkbewaking op alle niveaus ”

Maar de EU kan die klus niet alleen klaren. De democratische rechtsstaat vraagt om dijkbewaking op alle niveaus. Daarbij dragen politieke partijen een zware verantwoordelijkheid.[13] Partijen van centrumrechts tot links dienen niet in zee te gaan met radicaal-rechtse populisten. Zij mogen hun zondebokpolitiek tegenover migranten en andere minderheden niet nabootsen en hun aanvallen op de rechterlijke macht, de pers en de wetenschap niet onweersproken laten. Bij het accommoderen, imiteren en bagatelliseren van radicaal-rechts is niemand gebaat behalve radicaal-rechts zelf, zo hebben de Nederlandse parlementsverkiezingen van 2023 nogmaals bewezen.

Het gevecht tegen radicaal-rechts populisme kan worden gewonnen. Sluipend autoritarisme is geen onomkeerbare trend. Dat zagen we bij de Poolse verkiezingen in 2023. Tegenover een regering die onverdraagzaamheid predikte en de rechtsstaat ondermijnde stond een oppositie die opkwam voor Europese waarden. Radicaal-rechts verloor, Europa won.

Partnerschappen sluiten

Kan een post-groei-EU ook bondgenoten vinden in het mondiale Zuiden? Dat is onwaarschijnlijk. In een multipolaire wereld is het voor regeringen van ontwikkelingslanden niet interessant om zich te verbinden aan één grootmacht. Het loont om de VS, de EU en China tegen elkaar uit te spelen teneinde zoveel mogelijk handel, hulp en investeringen binnen te rijven. Voor de EU zijn strategische partnerschappen, van niet-exclusieve aard, het hoogst haalbare. Deze zijn niettemin van vitaal belang voor meer veiligheid en legitimiteit.

Het aangaan van partnerschappen zou gemakkelijker zijn als de oudere EU-leden in het reine zouden komen met hun koloniale verleden. Het hoeft niet te verbazen dat veel regeringen en burgers in het Zuiden weigeren de Russische invasie in Oekraïne te zien als de imperialistische, koloniale veroveringsoorlog die zij is. Ze associëren imperialisme en kolonialisme met West-Europa en de VS.

De pijn van eeuwenlange uitbuiting verdient erkenning. Dat vereist ondubbelzinnige excuses voor slavernij en kolonialisme van alle betrokken EU-landen. Zij moeten ook onder ogen zien dat de misdaden uit het verleden doorwerken in het heden, in de vorm van economisch en ecologisch onrecht. Dit dient de EU aan te sporen om een grotere bijdrage te leveren aan schuldkwijtschelding, armoedebestrijding, mondiale publieke goederen, legale migratieroutes, internationale klimaatfinanciering en compensatie voor klimaatverlies en -schade. Ook mag zij niet langer met twee maten meten. Een EU die de Oekraïense onafhankelijkheid helpt verdedigen, moet ook opkomen voor een levensvatbare, democratische Palestijnse staat, naast een veilig Israël.

“ Handel zou wel eens een hinderpaal kunnen zijn voor partnerschappen tussen een post-groei-EU en landen in het mondiale Zuiden ”

Dit deel van een geopolitieke agenda rijmt met de doelen van de degrowth-beweging, zoals dekolonisatie en herverdeling. Daarentegen zou handel wel eens een hinderpaal kunnen zijn voor partnerschappen tussen een post-groei-EU en landen in het Zuiden.

In principe zouden veel regeringen van ontwikkelingslanden het toejuichen als de EU stevige maatregelen neemt om haar overconsumptie van mondiale hulpbronnen te verminderen. In de praktijk komen dergelijke maatregelen al snel in botsing met hun ontwikkelingsstrategieën. Nog altijd geldt het exporteren van natuurlijke hulpbronnen als een recept voor economische groei, zelfs in de ogen van democratisch gekozen, progressieve regeringen zoals die van Brazilië en Chili. Als we hun gaan vertellen dat wij het beter weten, dan roepen we herinneringen op aan koloniale tijden.[14]

Een gedeeltelijke uitweg uit dit dilemma begint bij de vaststelling dat zelfs een post-groei-EU veel geïmporteerde metalen nodig heeft om af te kicken van fossiele brandstoffen. Neem lithium. In een energietransitiescenario met minder en kleinere auto's, met kleinere accu’s, zou de Europese vraag naar dit metaal nog steeds aanzienlijk stijgen: niet met een factor 12 tegen 2030, zoals nu wordt voorspeld, maar met pakweg een factor 5.[15]

Deze gênant hoge vraag naar lithium en andere metalen is zowel een zorg als een kans. De zorg betreft de schade die mijnbouw onvermijdelijk toebrengt aan milieu, biodiversiteit en watervoorraden. Het is zaak om lokale gemeenschappen zoveel mogelijk zeggenschap te geven over mijnbouwactiviteiten en om de schade tot een minimum te beperken. Een zorgplicht voor bedrijven die de hele waardeketen omvat, waarvoor het Europees Parlement zich sterk maakt,[16] zou verantwoorde mijnbouw dichterbij kunnen brengen, maar dit blijft een enorme uitdaging.

De kans ligt in het verschuiven van een groter deel van de waardeketen naar mijnbouwlanden. Steeds meer regeringen in het Zuiden willen hun grondstoffen verwerken alvorens deze te exporteren. Verwerkingsfaciliteiten en batterijfabrieken scheppen werkgelegenheid. Een EU die de grondstoffen voor haar energietransitie veilig wil stellen, dient deze aspiraties te honoreren. De strategische partnerschappen die zij landen in het Zuiden aanbiedt, moeten investeringen in lokale verwerkingsketens omvatten, inclusief technologieoverdracht.

Spagaat

Ik ben geneigd te geloven dat democratische, egalitaire samenlevingen uiteindelijk sterker zijn dan autoritaire samenlevingen, waar hiërarchieën in stand worden gehouden met dwang en geweld.[17] Onderdrukking verzwakt het sociale weefsel en corrumpeert de staat. Maar het kan lang duren voordat autoritaire regimes bezwijken onder de rot. Vandaag de dag, geconfronteerd met agressieve autocratieën, mogen democratische landen hun verdediging niet verwaarlozen. In een wereld die geteisterd wordt door zowel ecologische rampspoed als gewapende conflicten, moeten ze een spagaat maken tussen samenwerking en rivaliteit.

Voor een EU die afziet van economische groei is het geen sinecure om zichzelf te verdedigen en haar waarden te doen gelden in de geopolitiek. Post-groei zou een sterke impuls moeten geven aan de verdieping en uitbreiding van de EU, aan partnerschappen met het mondiale Zuiden en aan gemeenschappelijke investeringen in defensie, diplomatie en internationale samenwerking. Dit zou een aanzienlijk beslag leggen op een economische taart die niet langer groeit.

Maar als we de schaarste eerlijk delen, is dat geen te hoge prijs voor de bescherming van onze democratie en van onze ecologische en geopolitieke veiligheid. De EU zou nog steeds een van de beste plekken ter wereld zijn om te wonen – of een van de minst slechte, als we klimaatchaos incalculeren. En als post-groei de EU dwingt om de ondoelmatigheden en de ongerijmdheden in haar buitenlandse politiek te overwinnen, kan zij er zelfs sterker van worden.

Een langere versie van dit essay staat in het rapport Postgroei en geopolitiek van de Green European Foundation. Download het rapport gratis.

Dit essay maakt deel uit van het internationale project Geopolitics of a Post-Growth Europe. De Green European Foundation onderzoekt met steun van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks en andere groene denktanks wat de geopolitieke gevolgen zijn als de EU afscheid neemt van economische groei.

logo Green European Foundation

Voetnoten

  1. Stockholm Resilience Centre, Planetary boundaries, 2023
  2. Europees Milieuagentschap, Growth without economic growth, 2021
  3. Jason Hickel, ‘Quantifying national responsibility for climate breakdown: an equality-based attribution approach for carbon dioxide emissions in excess of the planetary boundary’, The Lancet Planetary Health, 2020; Jason Hickel et al., ‘National responsibility for ecological breakdown: a fair-shares assessment of resource use, 1970–2017’, The Lancet Planetary Health, 2022
  4. Richard Wouters, ‘Een samenleving gebaseerd op overheersing stort vroeg of laat in’, interview met Gaya Herrington, de Helling, voorjaar 2023
  5. Europese Commissie, Proposal for a Critical Raw Materials Act, 2023
  6. Green European Foundation, Metalen voor een groen en digital Europa – Een actieagenda, 2021, hoofdstuk 8
  7. Casper Wits, EU-China climate cooperation in an age of geopolitical rivalry, 4 juli 2023
  8. Deze schatting is gebaseerd op Niall McCarthy, ‘Europe has six times as many weapon systems as the U.S.’, Statista, 20 februari 2018
  9. Pierre Haroche & Camille Brugier, 2027: The year of European strategic autonomy, 2023
  10. International Institute of Strategic Studies, Defending Europe: scenario-based capability requirements for NATO’s European members, 2019
  11. De EU zou Oekraïne kunnen uitnodigen om deel te nemen aan EU-defensieprojecten nog voordat het land lid wordt. Zie EU Raad, Besluit (GBVB) 2020/1639 van de Raad van 5 november 2020 tot vaststelling van de algemene voorwaarden op grond waarvan derde staten bij wijze van uitzondering kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan afzonderlijke PESCO-projecten
  12. John Morijn, The law and politics of protecting liberal democracy, 2022
  13. Steven Levitsky & Daniel Ziblatt, How democracies die, 2018
  14. Op export gerichte groeistrategieën ondervinden ook kritiek in het mondiale Zuiden. Zie bijvoorbeeld Jonathan Essex, The EU-Chile trade agreement: a degrowth perspective, interview met Gabriela Cabaña Alvear, 2023
  15. Transport & Environment, Clean and lean – Battery metals demand from electrifying passenger transport, 2023, p. 48
  16. Europese Commissie, Proposal for a Directive on corporate sustainability due diligence, 2022
  17. Richard Wouters, ‘Een samenleving gebaseerd op overheersing stort vroeg of laat in’, interview met Gaya Herrington, de Helling, voorjaar 2023

Reacties

03 januari 24

Jan Schakel

Europa een leidende grootmacht onder meer door degrowth

Overtuig Europeanen 'en masse' door goed geformuleerde 'oneliners' bij herhaling te lanceren (met nadere uitleg ervan 'achter de hand' beschikbaar), bijvoorbeeld: 

- EU-landen moeten de gelederen sluiten om op wereldniveau mee te kunnen blijven doen.
- EU-landen moeten samenwerken en integreren tot een 'grootmacht' met betrekking tot economie,   
   defensie, en buitenlandpolitiek.
- EU-landen nemen het voortouw in de aanpak van de klimaatcrisis door economisch te 'ontgroeien'.en
   CO2-uitstoot af te bouwen. 
- EU-landen respecteren de zelfstandigheid van volken, gemeenschappen en landen, en hun recht op 
   zelfverdediging; zij wijzen agressief geweld af om eenzijdige doelen te bereiken. 
- EU-landen ontwikkelen plannen om voor vluchtelingen en asielzoekers een waardige plaats gereed 
   te maken om te leven en te werken, en zo een wereldwijd groeiend probleem op te lossen..  

Reactie toevoegen