Europese Groenen over mijnbouw in de mondiale meent
Dit voorjaar nam El Salvador een opmerkelijk besluit. Als eerste land verbood het de winning van metaalertsen. De Salvadoranen accepteren niet langer dat hun schaarse zoetwatervoorraden worden vervuild door goudmijnen.
El Salvador is niet het enige ontwikkelingsland dat mijnbouw aan banden legt. Costa Rica kent een verbod op nieuwe dagbouwgroeves. Op de Filipijnen, de grootste nikkelexporteur ter wereld, verloor de helft van de mijnen zijn vergunning wegens milieu-overtredingen.
In 2011 schatte een groep metaalexperts van de Verenigde Naties dat slechts 0,01 procent van de voorraden metaalerts in de bovenste kilometer van de continentale aardkorst daadwerkelijk te winnen zou zijn. Het toenemende verzet tegen mijnbouw verleent geloofwaardigheid aan deze schatting. De ecologische prijs van mijnbouw is hoog: vervuiling, verlies van natuur en landbouwgrond, massaal verbruik van water en fossiele brandstoffen. Deze prijs wordt steeds hoger, omdat mijnbouwers steeds lagere concentraties ertsen winnen, nu de rijkste ertsvoorraden zijn uitgeput.
Voeg daarbij de politieke prijs van mijnbouw – in geen enkele sector tieren corruptie en geweld zo welig – en de conclusie ligt voor de hand dat het voorbeeld van El Salvador navolging zal krijgen. Niet in de armste ontwikkelingslanden, maar wel in opkomende landen die beschikken over alternatieve exportkansen en over politieke instituties die aan de door mijnbouw benadeelde gemeenschappen een stem geven.
Eldorado
Hoe meer moeite het kost om metalen te delven, des te aantrekkelijker het wordt om ze te recyclen. Juist de meest schaarse metalen, zoals die in onze mobiele telefoons, eindigen nu nog vaak op de afvalstort. Het sluiten van de metalenkringloop is een welkome ontwikkeling. Het klimaat is erbij gebaat, omdat recycling doorgaans minder energie kost dan het delven en verwerken van metaalerts.
Maar de obstakels die mijnbouwers ontmoeten, wakkeren tevens de begeerte aan naar de rijkdommen van de diepzee en de ruimte. In de oceaanbedding bevinden zich hoge concentraties metalen. Er zijn al twintig bedrijven en overheden die op de bodem onder internationale wateren speuren naar metaalertsen. Ook de ruimte lijkt een Eldorado: sommige planetoïden bestaan vrijwel geheel uit metalen. Enkele landen maken wetgeving om ruimtemijnbouw te stimuleren. Eind dit jaar staat de eerste verkenningsmissie gepland: het Amerikaanse bedrijf Moon Express gaat metaalertsen zoeken op de maan.
De ruimte behoort echter niet toe aan staten, maar aan de gehele mensheid. Datzelfde geldt voor de bodem onder internationale wateren. Tijd voor een grensoverschrijdend debat over het beheer van deze global commons, vonden Bureau de Helling en de GroenLinks-vertegenwoordigers bij de Europese Groene Partij. Als eerste stap schreef GroenLinks een visietekst voor het congres van de Europese Groenen in Liverpool. Deze ontwerpresolutie werd met inbreng en steun van de Vlaamse, Duitse en Poolse zusterpartijen ingediend.
De tekst somde de voornaamste bedreigingen voor het mondiale gemeengoed op – van klimaatverandering en overbevissing tot het zwerfschroot dat de ruimte onbevaarbaar dreigt te maken – en schetste de contouren van een internationale aanpak. Het meest omstreden, zo bleek eind maart in Liverpool, waren de passages over mijnbouw in de diepzee en de ruimte. Moesten Groenen daar niet categorisch nee tegen zeggen?
Oceanen zijn meer dan grote bakken zout water. Zij vormen de motor van tal van natuurlijke processen, zoals wolkenvorming, die het leven op aarde mogelijk maken. Op grote diepte verloopt alles traag: de door mijnbouwers begeerde mangaanknollen op de bodem van de oceanen doen er een miljoen jaar over om één centimeter te groeien. Herstel van mijnbouwschade gaat dus ook uiterst langzaam. Van de ecosystemen op de oceaanbodem is amper één procent onderzocht.
Er zijn nog geen ecosystemen ontdekt op andere hemellichamen, maar de kosmos vormt wel een milieu dat kan worden aangetast door bijvoorbeeld aardse microben. Waar mijnbouw op land grote littekens trekt in het landschap, verandert het afgraven van planetoïden de kaart van het heelal.
Dat zijn sterke argumenten tegen mijnbouw in de mondiale meent. Maar groene partijen willen ook een snelle energietransitie. Die vergt veel metalen. De energie in zonlicht, wind en stromend water is nu eenmaal minder geconcentreerd dan die in fossiele brandstoffen. Er is een fors windpark nodig om één kolencentrale te vervangen. De opslag van groene stroom vraagt om batterijen. De behoefte aan metalen zoals lithium en kobalt, die in de accu’s van elektrische auto’s zitten, zal de komende tijd sterk stijgen.