Wetenschappelijk Bureau GroenLinks publiceerde recent (30-10-2020) het onderzoek ‘Migratie die werkt: naar een rechtvaardig en menswaardig arbeidsmigratiebeleid’. Het rapport bevat een gedegen analyse van misstanden in de omgang met arbeidsmigranten. Ik ben het van harte eens met de voorgestelde maatregelen om het lot van migranten te verbeteren. Maar ik heb problemen met de in het rapport voorgestelde “selectieve verruiming” van arbeidsimmigratie voor laag betaalde “derdelanders” (van buiten de EU). Daarmee geeft het rapport (onbedoeld) toe aan de lobby van werkgevers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze zombie-bedrijven moeten het hebben van uitbuiting via minimumlonen, gedwongen winkelnering (werkgevers als huisjesmelkers) of flexibele inhuur via malafide bureaus. Dit soort toestanden functioneert bij de gratie van een ruim aanbod aan werkwilligen.
Linnen tasjes, korter douchen, minder vlees eten: het klinkt nobel maar haalt weinig uit. Klimaatverandering is in de eerste plaats een kwestie van politiek. Dat is althans de stelling van Jaap Tielbeke in een opiniestuk dat hij onlangs publiceerde in de Volkskrant, naar aanleiding van zijn boek Een beter milieu begint niet bij jezelf dat deze week verschijnt bij uitgeverij Das Mag. Terwijl bewuste consumenten braaf hun best doen om hun ecologische voetafdruk te verkleinen, doet de fossiele industrie haar uiterste best om verduurzaming tegen te werken. Terwijl burgers elkaar de les lezen over ‘vliegschaamte’, houden politici vol dat Schiphol moet blijven groeien. Zij zijn degenen die zich zouden moeten schamen, schrijft Tielbeke, en niet individuen die biefstuk eten en het vliegtuig pakken. Als het toch de industrie is die het meeste vervuilt en de verandering van de politiek moet komen, dan kan ik mijn linnen tasje toch net zo goed aan de wilgen hangen?
We kunnen meer nutriënten zoals fosfaat recyclen, als we in heel Nederland groente- en fruitafval gescheiden gaan inzamelen. Is dat haalbaar in dichtbevolkte stadwijken? Ja, zo suggereren enkele veelbelovende experimenten. Deze werden tegen het licht gehouden in een workshop tijdens het symposium over fosfaatrecycling dat Bureau de Helling en Milieunetwerk GroenLinks op 12 mei organiseerden.
Fosfaat is een eindige grondstof. Met onze mestoverschotten in Nederland zouden we dit bijna vergeten. Een groot deel van het fosfaat verdwijnt in het riool. Waterschap Vallei en Veluwe heeft zijn rioolwaterzuiveringsinstallatie in Amersfoort omgebouwd tot een ‘fabriek’ die onder meer fosfaat terugwint uit het rioolwater: Omzetpunt Amersfoort. Bureau de Helling spreekt met Henry van Veldhuizen, strategisch adviseur bij Waterschap Vallei en Veluwe, over het belang van fosfaatrecycling.
Sommige waterschappen kloppen zich op de borst vanwege het fosfaat dat zij terugwinnen uit rioolwater. Maar de struviettechnologie die zij toepassen haalt lang niet al het fosfaat uit onze plas en poep. Het is tijd om grotere stappen te zetten in de recycling van fosfaat. Nieuwe technologie wacht op toepassing.