De Engelse demograaf en econoom Thomas Malthus (1766-1834) is zonder twijfel één van de grondleggers van de huidige groene gedachte. Desondanks is hij maar heel zelden door progressieven binnengehaald – en des te vaker als conservatief gebrandmerkt. Maar niet te lang getreurd, we dienen als groenen toch buiten de traditionele politieke kaders te treden, en wie heeft er wat op tegen een beroemdheid van de conservatieven weg te nemen, en voor de eigen kar te spannen? Thomas Malthus was helemaal geen conservatief, hij was groen!

De belangrijkste bijdrage van Malthus aan de geschiedenis van de groene ideologie is gelegen in zijn rol als de eerste moderne, politieke vertegenwoordiger van de gedachte dat de natuur de mens zekere grenzen oplegde.  De voortschrijdende techniek en cultivering van het land, zo stelde Malthus aan de hand van waarnemingen vast, konden de voedselproductie hoogstens doen toenemen volgens de lineaire reeks 1, 2, 3, 4, 5, 6. Vervolgens observeerde hij bij de mens een primaire drang tot voortplanting. Dat betekende dat de mens zich zonder obstakels exponentieel zou vermenigvuldigen, volgens de reeks 1, 2, 4, 8, 16, 32, 64.

Malthus legde deze reeksen naast elkaar en trok de conclusie dat de mens uiteindelijk nooit geheel zonder obstakels kon zijn. Als de 'Malthusiaanse spanning' tussen de reeksen te groot werd, zou deze op de één of andere manier opgeheven moeten worden. Onder de lagere klassen, zo stelde Malthus, vertaalde hoge spanning zich doorgaans in positive checks of misery, zoals oorlog, besmettelijke ziekten, grote armoede of hongersnoden. Onder de hogere klassen ontwikkelden zich preventive checks of vices: homoseksualiteit, hoerenloperij en contraceptie.

Het stuk waarin Malthus zijn gedachten uiteenzette was in eerste instantie vrij kort, en getiteld Essay on the Principle of Population (1798). Het essay zou later uitgroeien tot zijn hoofdwerk, maar was in eerste instantie bedoeld als polemisch stuk tegen de radicale vooruitgangsoptimisten van zijn tijd. In de eerste plaats richtte Malthus zijn pijlen op de Engelse anarchist William Godwin en de Franse revolutionair Markies de Condercet.

In tegenstelling tot de utopische visioenen van Godwin en Condorcet, stelde Malthus aan de hand van zijn wiskundige reeksen dat elk optimisme voor technische, wetenschappelijke vooruitgang volledig uit de lucht gegrepen was. Ook het verlichte concept van vrijheid, dat sterk gehecht was aan de gedachte van wetenschappelijke vooruitgang, was een waanbeeld: de mens zou altijd tegen 'natuurlijke' grenzen aanlopen.

Volgens Malthus werkte het zelfs averechts de vooruitgang op een zo simpele wijze te gelijk te schakelen aan maatschappelijke idealen; als de mensen dachten dat een onbegrensde vrijheid binnen handbereik was, afdwingbaar was of zelfs onontkoombaar, zou de exponentiële groei die daarmee in de hand werd gewerkt onvermijdelijk leiden tot nog grotere rampen dan nu al in het vizier lagen.

Het zal niet verbazen dat Malthus aan de progressieve zijde van de geschiedenis, dat in het voetspoor trad van Condorcet en Godwin, volledig aan de kant geschoven of genegeerd werd. Zowel de socialisten als de liberalen verbonden hun noties van vrijheid met de vooruitgangsgedachte. Malthus daarentegen stemde voor 'natuurlijke' en dus noodzakelijke begrenzing. En daar ging hij vrij rechtlijnig op door. Contraceptie week af van de natuurlijke gang van zaken en was daarmee een vice. Verbetering van de situatie was in het geheel niet mogelijk door middel van sociale of liberale maatregelen.

Sterker nog, in zijn essay stelde hij zich bijvoorbeeld fel op tegen de sociale wetten van zijn tijd, zoals de Old Poor Law, waarmee hulp werd geboden aan arme gezinnen op basis van de voedselprijzen en gezinsgrootte. Volgens Malthus verergerde dergelijke wetgeving de zaak alleen maar. 'We are bound in justice and honour formally to disdain the Right of the poor to support', vertelde hij zijn welgestelde publiek. Alleen een zeker ontzag van de lagere klasse voor de elite, gekoppeld aan een reëel uitzicht op een hogere levensstandaard, kon de ongeremde drang tot voortplanting verminderen. Pas dan zouden oorlog, hongersnood en algemene misère constructief bestreden worden.

Ondertussen kan gelukkig worden vastgesteld dat 'het volk' zich helemaal niet ongeremd blijft voortplanten als de welvaart stijgt. Dat is de grote zucht van Verlichting die ondertussen geslaakt mag worden: na de babyboom van de jaren vijftig en de daarop volgende welvaartsexplosie, is het geboortecijfer in het Westen niet nog verder geëxplodeerd, maar juist afgenomen. Wereldwijd kwam de teller afgelopen oktober op zeven miljard mensen. Maar het geboortecijfer is dalende. China en India volgen tot dusver een vergelijkbaar patroon als het Westen.

Het vruchtbaarheidscijfer is in India al gedaald van rond de 6.0 in 1960 naar minder dan 2.5 in 2010, en nog steeds dalende. Afrika is nog later. Daar zijn ze nu al geruime tijd met een babyboom bezig. Maar het te verwachten dat als de economie in Afrika in omvang groeit en de inkomens stijgen, er minder kinderen geboren zullen worden. Toch is Malthus ongelijk daar niet mee bewezen, zoals vaak wordt beweerd. De zin en onzin van voedselhulp staat nog steeds ter discussie. Is het niet veel beter ontwikkelingslanden een reëel uitzicht op een hogere levensstandaard te bieden?

Waar Malthus vanuit groen perspectief uiteraard op aangevallen moet worden, is op zijn omschrijving van homoseksualiteit, hoerenloperij en contraceptie als vice. Homoseksualiteit is niet tegennatuurlijk en neemt bovendien niet toe bij een grotere bevolkingsdichtheid. Contraceptie is ook niet tegennatuurlijk, maar een uitstekend middel om zwangerschap te voorkomen en het geboortecijfer te drukken. Malthus evidente ongelijk op dit punt, neemt niet weg dat zijn belangrijkste vaststelling, over de onverenigbaarheid van de natuurlijke capaciteit van de aarde met exponentiële groei, onverminderd relevant blijft.

Na het uitkomen van het rapport Grenzen aan de Groei zou Malthus' hoofdgedachte gaan functioneren als sine qua non binnen de groene politiek. Ook Malthus' opvallende combinatie van wetenschap met een romantisch aandoend wantrouwen jegens de technische 'vooruitgang' heeft school gemaakt. En is Malthus een conservatief? Kom nou, hijzelf zou het daar nooit mee eens zijn geweest. Ondanks zijn niet geringe misvattingen, werkte hij wel degelijk voor verbetering van de maatschappij, maar zonder een blind vertrouwen in 'de vooruitgang'. Net als de groenen.