Afgelopen jaar stonden de kranten stonden vol met de oorlog in Europa en de genocide in Gaza. Toch was buitenlands beleid in verkiezingstijd niet het belangrijkste thema voor de internationale radicaal-rechtse beweging. Ook de stijgende inflatie en stagnerende lonen – onderwerpen die veel kiezers wereldwijd ‘s nachts wakker hielden – waren geen speerpunten. Zelfs immigratie, al jaren het stokpaardje van radicaal-rechts om angst te zaaien en zondebokken aan te wijzen, was niet meer zo prominent als tijdens de migratiecrisis van 2015. In plaats daarvan voerde radicaal-rechts een culturele kruistocht tegen ‘woke’ en voor het beschermen van de ‘traditionele familie’, met een (witte) man aan het hoofd van de tafel en voldoende nakomelingen om onze ‘culturele identiteit’ te bewaren.

Neem de verkiezingscampagne van Trump. Hij lanceerde advertenties tegen gendertransitie-procedures met de slogan “Kamala is for they/them. President Trump is for you." Zijn running mate J.D. Vance hield maar niet op met praten over dalende (witte) geboortecijfers. En de eindbaas – Elon Musk – ging tekeer tegen het ‘woke mind virus’ dat volgens hem de samenleving vergiftigde.
Hier in Europa verkondigde radicaal-rechts vergelijkbare nonsens. Op de door Amerikaanse conservatieven gesponsorde ‘Wokebusters’-conferentie in Hongarije ging de Spaanse radicaal- rechtse leider Santiago Abascal tekeer tegen wat hij de ‘totalitaire genderideologie’ noemt, terwijl de Hongaarse premier Viktor Orbán ‘genderideologie’ en ‘woke’ gelijkstelde aan communisme en marxisme. Ook Wilders vond het recent nodig om online te delen dat er maar twee genders bestaan: man en vrouw.
Volgens de radicaal-rechtse internationale hoeven we ons namelijk geen zorgen te maken over de klimaatcrisis, de dreiging van oorlog of miljardairs die triljardairs worden. Nee, volgens hen schuilt de echte bedreiging voor de beschaving in dalende witte geboortecijfers of het gebruik van inclusieve voornaamwoorden.
“ Radicaal-rechts appelleert niet aan de feiten, maar aan gevoelens van wrok en verlies ”
Het klinkt absurd, en dat is het ook. Maar het feit dat deze nonsens makkelijk te weerleggen is, doet er niet toe. Radicaal-rechts spreekt niet de waarheid aan, maar identiteit. Het appelleert niet aan de feiten, maar aan gevoelens van wrok en verlies. Verlies van status, controle, vanzelfsprekendheid. Het succes van radicaal-rechts toont aan hoe groot de loyaliteit van witte mannen aan traditionele hiërarchieën is – eerst komen de rijke witte mannen, dan de witte mannen en dan mannen in het algemeen. Het toont aan dat ze alles bereid zijn te geloven en te doen om deze orde te beschermen.
De genderkloof tussen kiezers
Wereldwijd zijn het vooral mannen die op radicaal-rechts stemmen. Steeds vaker ook de jonge mannen, die voorheen juist veel progressiever waren dan de generatie van hun ouders. Zo kon Donald Trump op 23 procentpunt meer steun rekenen onder jonge mannen dan onder jonge vrouwen. Bij de laatste Europese verkiezingen kon radicaal-rechts rekenen op 21 procent van de jonge mannen, terwijl het onder jonge vrouwen op 14 procent bleef steken.
Deze genderkloof is op het moment het meest extreem in Zuid-Korea: mannen en vrouwen zijn in dit land ideologisch complete tegenpolen geworden. Yoon Suk-yeol – de oud-president die eind 2024 een coup probeerde te plegen – werd twee jaar eerder mede dankzij uitgesproken antifeministische stellingnames verkozen. Dit terwijl Zuid-Korea de grootste loonkloof tussen de seksen kent van alle OESO-landen, en verkrachtingszaken zelden leiden tot meer dan een boete. Toch zijn veel jonge Zuid-Koreaanse mannen ervan overtuigd dat niet vrouwen maar juist mannen slachtoffer zijn van discriminatie.
Toch zijn het allang niet meer alléén de mannen die zich tot radicaal-rechts bekeren. Politici zoals Giorgia Meloni (Italië), Marine Le Pen (Frankrijk) en Alice Weidel (Duitsland) hebben patriarchale waarden een vrouwelijk gezicht gegeven. Zo werd Meloni in 2019 een wereldwijd fenomeen na een speech waarin ze sprak over het traditionele gezin en genderrollen als verdedigingslinies tegen het ‘globalisme’ en het grootkapitaal. En ook Weidel, zelf een lesbische moeder, verdedigt het ‘traditionele gezin’ met een ‘moeder en vader’ als de hoeksteen van de samenleving. Hier in Nederland heeft Eva Vlaardingerbroek – die inmiddels Wilders van de troon heeft gestoten als ons meest racistische exportproduct – zich recent bekeerd; ze beschrijft het homohuwelijk en abortus als duivelswerk.
De afgelopen jaren heeft het begrip ressentiment – wrok, rancune – veel aandacht gekregen als verklaring voor de giftige mix van grieven waarop de radicaal-rechtse politiek drijft. Het idee is simpel: mensen – meestal mannen, maar niet altijd – stemmen op radicale partijen omdat ze zich gekrenkt en benadeeld voelen en daarvoor verhaal willen halen. De meerwaarde van deze analyse is dat zij ruimte biedt aan emoties als politieke verklaringen, waar andere analyses zich veelal beperken tot demografische verklaringen of tot de thema’s die op de agenda staan. Maar als containerbegrip voor politiek relevante frustraties schiet de analyse ook tekort: want waaróm voelen deze mensen zich zo benadeeld? En wat dóén die gevoelens met hen?
Om te begrijpen waarom sommige mannen – zoals Wierd Duk, Pieter Omtzigt, Thierry Baudet en Geert Wilders – volledig flippen over woke voornaamwoorden of dalende (witte) geboortecijfers, kunnen we het best even luisteren naar misschien wat onverwachte experts of op het gebied van witte onschuld en fragiele mannelijkheid: queer vrouwen van kleur.
De prijs van het patriarchaat
In haar omvangrijke oeuvre levert de feministische denker en schrijver bell hooks (bewust met kleine letters geschreven, omdat ze haar werk belangrijker vindt dan haar identiteit) een vlijmscherpe analyse van wat zij het ‘imperialistisch, wit-supremacistisch, kapitalistisch patriarchaat’ noemt; een systeem – ons systeem – waarin rijkdom, mannelijkheid en witheid de norm stellen, en waarin hiërarchie, uitsluiting en onderdrukking centraal staan. Ze stelt in haar boek The Will to Change: Men, Masculinity, and Love (2004) dat dit systeem niet alleen vrouwen en gemarginaliseerde groepen onder de duim houdt, maar ook diepe schade toebrengt aan de mannen die er ogenschijnlijk van profiteren.
Het patriarchaat, schrijft hooks, onderwerpt mannen namelijk aan een vorm van emotionele afstomping die begint in hun jeugd. Ze leren dat gevoelens zwak maken. Dat kwetsbaarheid iets is om te verbergen. Dat controle en woede wél tellen, want die zijn mannelijk. Wat volgt is een emotionele amputatie: jongens worden afgeleerd om te voelen, om te verbinden, om te helen. Maar onderdrukte pijn verdwijnt niet. De pijn wordt verdrongen, vervormd en naar buiten gekeerd.
Volgens hooks is veel patriarchale mannelijkheid een vorm van projectie: de angst en schaamte niet te voldoen aan de mannelijke norm wordt op anderen geplakt. Mannen die afwijken van de norm – te zacht, te vrouwelijk, te queer – worden uitgelachen, gepest of uitgesloten. En dat, stelt hooks, zegt meer over de dader dan over zijn doelwit. Het is een wanhopige poging om de eigen angst om te falen als man af te wenden op anderen, door juist degenen te straffen die laten zien hoe fragiel mannelijkheid eigenlijk is.
Die fragiele mannelijkheid laat sporen na – in de samenleving, maar ook onder de mannen zelf. Mannen in Europa sterven drie tot vier keer vaker dan vrouwen aan deaths of despair: zelfmoord, drugsoverdosis, alcoholmisbruik. Ze zitten ook veel vaker achter tralies: zo’n 95 procent van de gedetineerden in Europa is man. Dat is geen biologisch lot, maar het gevolg van een systeem dat mannen leert om te gaan met hun problemen door middel van zelfdestructie, agressie en dominantie.
Toch klampen mannen vast aan dit systeem. Want hoewel het een zware tol eist, geeft het hun ook macht. Over vrouwen. Over andere mannen. Over mensen van kleur. hooks stelt dat veel mannen liever blijven lijden dan het enige gevoel van controle dat ze kennen los te laten. Dat maakt het patriarchaat niet alleen onderdrukkend, maar ook verslavend.
Het patriarchaat staat bovendien niet op zichzelf. Het is verweven met het bredere systeem van imperialisme, witheid en kapitalisme – een structuur waarin witte mannelijkheid, juist wanneer de economische zekerheid afbrokkelt, nog altijd een gevoel van superioriteit biedt. Liever dat kleine restje macht behouden dan je aansluiten bij een collectieve strijd. Liever boven iemand staan dan naast iemand. Nu klassenstrijd steeds meer is verdrongen door cultuurstrijd, klampen veel witte mannen zich vast aan hun raciale en genderprivileges.
“ Een stem op radicaal-rechts is kiezen voor de macht om anderen te onderdrukken in plaats van de mogelijkheid van collectieve bevrijding ”
Als de business class- en grachtengordelelite van Thierry Baudet en Theo Hiddema – een kleine twee jaar het ‘frisse’ en populairdere alternatief voor de volksere PVV – beweert dat we ‘tussen de ruïnes van een grote beschaving’ leven, wijzen ze niet naar het kapitalisme als schuldige. Nee, de boosdoener is het feminisme, ‘cultuurmarxisme’ of ‘woke’. En nu de PVV regeert worden asielzoekers nog verder ontmenselijkt en transrechten verder bevraagd, maar gaat de gewone man er nog altijd niet op vooruit. Een stem op radicaal-rechts is kiezen voor de macht om anderen te onderdrukken in plaats van de mogelijkheid van collectieve bevrijding.
Die behoefte aan het herstellen van de traditionele hiërarchie wordt versterkt door maatschappelijke veranderingen die de oude verhoudingen ondermijnen. In het onderwijs zijn de mannen ingehaald door vrouwen. In 2023 had 49 procent van de vrouwen tussen 25 en 34 jaar in de EU een hogeronderwijsdiploma, tegenover 38 procent van de mannen. En hoewel vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in topfuncties, neemt hun deelname aan de macht gestaag toe. Voor mannen die zijn opgegroeid met het idee dat succes, gezag en kennis hun natuurlijke terrein zijn, voelt die verschuiving als een bedreiging. Zeker wanneer die gepaard gaat met de groeiende economische onzekerheid die veel van ons zijn gaan ervaren in de laatste jaren.
Maar in plaats van de ongelijkheid aan te pakken die deze onzekerheid voedt, ervaren veel mannen herverdelingswrok. Economische problemen worden daarbij toegeschreven aan migranten, vrouwen of queer mensen die een ‘te groot’ deel van de koek pakken. Alhoewel de wooncrisis mede dankzij Pieter Omtzigt een van de meest besproken onderwerpen werd tijdens de laatste verkiezingen, wist hij hier vooral de herverdelingswrok mee te voeden: er zouden te weinig betaalbare huizen zijn door het teveel aan buitenlandse nieuwkomers. Dát was het probleem.
En het wrange is: die wrok is vaak gebaseerd op beleving in plaats van op feiten. Zo liet onderzoek in Zuid-Korea, waar de grievenpolitiek van jonge mannen bijna tot een staatsgreep leidde, zien dat hun gevoel van achterstelling eerder voortkomt uit statusverlies ten opzichte van anderen dan uit daadwerkelijke economische tegenslag. Het is niet dat ze niets hebben; het is dat ze het gevoel hebben dat anderen méér krijgen.
Ook de zogenaamde ‘elite’ moet het ontgelden. Niet omdat die verantwoordelijk is voor sociale afbraak, maar omdat zij zich volgens radicaal-rechts solidair toont met de verkeerde groep: migranten, vrouwen, LGBTQIA+-gemeenschappen. Dit wordt ook wel erkenningswrok genoemd: een verlangen naar erkenning gebouwd op wrok over het verlies van de ooit onbetwiste superioriteit.In de VS heeft Trump intussen honderden verwijzingen naar LGBTQIA+-diversiteit laten verwijderen van officiële overheidswebsites: het niet erkennen van het werk van anderen als een vorm van wraak.
“ Wie constant naar beneden trapt, kijkt niet meer omhoog ”
Deze politiek van wrok beschermt bestaande machtsverhoudingen en versterkt de maatschappelijke verdeeldheid. Legitieme frustraties worden afgeleid van de werkelijke oorzaken – uitbuiting, ongelijkheid, neoliberalisme – en gericht op de mensen die het minst te zeggen hebben. Wie constant naar beneden trapt, kijkt niet meer omhoog.
Politieke emoties
bell hooks liet al zien hoe het persoonlijke diep politiek is; structuren als het patriarchaat worden geïnternaliseerd in het alledaagse, in relaties, in zelfbeelden. Dat werkt ook andersom, het politieke is diep persoonlijk. Wie je bent, wat je voelt, waar je bang voor bent, hoeveel waarde je hecht aan jouw en andermans ‘mannelijkheid’ – dat alles wordt meegetrokken in het stemhokje.
De queer-feministische denker Sara Ahmed bouwt hierop voort in The Cultural Politics of Emotion (2004). Volgens haar zijn emoties geen louter individuele belevingen, maar een vorm van politieke invloed. Gevoelens van woede, angst, walging worden gedeeld, verspreid en geplakt op symbolen en groepen. Niet het regenboogzebrapad op zich maakt sommige mannen woedend, maar wat het vertegenwoordigt in het publieke gevoelsleven: verschuivende normen, zichtbaarheid en inclusie van anderen.
Zo worden ook lichamen geladen met gevoelens, met affectieve kracht. De moslim, de vluchteling, de zwarte man: in het dominante discours worden zij belichaamde projecties van dreiging. Niet vanwege wie ze zijn, maar vanwege de emoties die aan hen zijn geplakt door jaren aan mediaframes, politieke retoriek en maatschappelijk discours. Dit versterkt vervolgens bestaande hiërarchieën en bestendigt of vergroot systematische onderdrukking.
Hetzelfde geldt voor termen als ‘genderideologie’ en ‘woke’. Ze functioneren als spookbeelden, phantasmas: vage, allesomvattende vijandbeelden waarop woede en angst geplakt kunnen worden zonder dat ze concreet of toetsbaar hoeven zijn. Woke betekent niet langer een bewustzijn van ongelijkheid, maar wordt gepresenteerd als een even allesomvattende als ongrijpbare bedreiging voor het normale, het nationale, het ‘natuurlijke’.
Dit soort spookbeelden worden bewust geëxploiteerd om angst en woede aan te wakkeren. Door transrechten, feminisme of inclusieve taal gelijk te stellen aan het einde van de beschaving, worden progressieve verschuivingen gepresenteerd als catastrofale bedreigingen. Deze phantasmas voeden reactionaire politiek en bieden een excuus voor autoritaire maatregelen – want om de beschaving te redden is uiteindelijk alles gerechtvaardigd.
“ X is uitgegroeid tot het centrale zenuwstelsel van witte mannelijke woede ”
Sociale media spelen een cruciale rol in het versterken en uitbuiten van dit soort politiek geladen emoties. Platforms als X zijn niet ontworpen om het gesprek te verdiepen, maar om te triggeren. Want wat engagement oplevert is niet verdieping, maar verontwaardiging; niet nuance, maar woede. X is uitgegroeid tot het centrale zenuwstelsel van witte mannelijke woede: een plek waar de angsten van mannen bevestigd worden en hun woede opgepompt. Of iets waar is, doet er nauwelijks nog toe – zolang het maar klopt met het gevoel. X is waar de rijkste man op aarde het vrije woord weer heilig heeft verklaard maar van ‘cishet’ (iemand van wie de genderidentiteit overeenkomst met het geboortegeslacht) een verbannen woord heeft gemaakt.
In zo’n omgeving circuleren leugens al gauw sneller dan de feiten, zeker wanneer ze de gevoelens van de witte man bevestigen. Toen in januari de bosbranden in Los Angeles huishielden – veroorzaakt door droogte, klimaatverandering en falende infrastructuur – wezen Musk en andere rechtse stemmen meteen naar de 'echte' schuldige: diversiteitsbeleid. De branden werden niet gelezen als een ecologische ramp, maar als bewijs van ‘woke incompetentie’. Of dat klopte, deed er niet toe. De feiten zijn bijzaak. De kern van de zaak is de bevestiging van de overtuigingen van de boze witte man.
Zelfhulp of collectieve strijd
Niet de klassenstrijd, maar de cultuurstrijd vormt tegenwoordig de kern van het politieke debat. Cultuurstrijd is waarom massa’s mannen zich scharen achter de rijkste man ter wereld, wanneer die hun vertelt dat niet ongelijkheid maar het ‘woke mind virus’ hun plek in de samenleving bedreigt (en er zo nu en dan nog een nazi-groet aan toevoegt). De emotionele gehechtheid aan het patriarchaat en witte suprematie zit blijkbaar zó diep bij veel mannen dat het de realiteit van hun kapitalistische uitbuiting volledig overschaduwt.
Dat de reactionaire politiek van radicaal-rechts ook bij sommige vrouwen aanslaat is misschien niet zozeer een overgave als een strategie. Een poging om hun plek veilig te stellen binnen een bredere hiërarchie – een die zowel draait om gender als om ras. Want in het jarenvijftig-sprookje dat ze voorgehouden wordt, is de man thuis dan wel de baas en staat de vrouw weer achter het fornuis, maar is zij wel weer de baas over mensen van kleur en zijn haar economische zorgen voorbij.
Het past binnen de logica van onze precaire kapitalistische samenleving, deze neoliberale natte droom, waarin individuele concurrentie belangrijker is geworden dan collectieve zorg. In plaats van de roep om solidaire strijd leert deze precariteit mensen om te hamsteren wat ze hebben en naar beneden te trappen om het te behouden. De populariteit van zelfhulpgoeroes in radicaal- rechtse kringen weerspiegelt precies dat: de grind, de hustle, discipline, hard werken en hard zijn, als vervanging van een collectieve strijd voor overvloed.
Logica en compassie
Dus wat doen we eraan? De eerste stap is het erkennen van de gevoelens van mannen. Progressief-links heeft zich vaak gericht op de onderdrukking die witte mannen veroorzaken – en terecht! – maar is er zelden in geslaagd hun gevoel van slachtofferschap te adresseren. Dat maakt het des te makkelijker voor radicaal-rechts om die woede af te leiden. Weg van het systeem en in de richting van zondebokken: migranten, queer mensen, vrouwen. Het is een les uit omvangrijk kiezersonderzoek: vergeet de witte man niet te erkennen of hij voelt zich buitengesloten.
“ Het hardnekkige idee dat emancipatie een wedstrijd is met winnaars en verliezers is toe aan een weerwoord ”
Het erkennen van de gevoelens is wat anders dan het bevestigen van de nonsens dat mannen het échte slachtoffer zijn van discriminatie. Om de fascistische verleiding te ontmantelen helpt het de manipulatie die in deze verhalen schuil gaat bloot te leggen. Radicaal-rechts misbruikt de onvrede van mannen om ze naar beneden te laten trappen – naar degenen met minder macht – en zo het zicht op de echte bron van ongelijkheid te vertroebelen. Ook het hardnekkige idee dat emancipatie een wedstrijd is met winnaars en verliezers – dat vooruitgang voor de een automatisch achteruitgang voor de ander betekent – is toe aan een weerwoord.
Maar logica is niet genoeg om gevoelens te verslaan. Wie een tegenverhaal wil bieden, moet ook alternatieve verlangens aanwakkeren. Zoals de wens om zorgeloos te leven in plaats van te óverleven. De vreugde van solidariteit in plaats van de stress van concurrentie. Het simpele, menselijke verlangen om gehoord en gewaardeerd te worden, geliefd te zijn en genoeg te hebben. Deze verlangens staan onder druk – van zowel het laatkapitalisme als het opkomend autoritair nationalisme – en vormen de kern van elk overtuigend tegenverhaal.
Radicaal-rechts heeft spookbeelden gecreëerd waarin zelfs de kleinste stappen richting gelijkheid op het vlak van gender, seksualiteit of ras worden gepresenteerd als een aanval op de beschaving zelf. Progressieve politiek moet daar iets overtuigends tegenover zetten door materiële thema’s zoals klasse en klimaat weer centraal te stellen. Maar dat kan niet door ras, gender en seksualiteit te negeren. We hebben een politieke visie nodig die niet reduceert, maar verbindt. Eén die erkent dat onderdrukking zich op meerdere assen tegelijk afspeelt, en dat échte emancipatie vraagt om een blik die zowel het geheel ziet als de verschillen daarbinnen serieus neemt.
En misschien wel het belangrijkste: we moeten erkennen dat politiek zowel persoonlijk als emotioneel is. Hoe nauwkeurig de analyses van klassenstrijd of de klimaatcrisis ook zijn, ze raken vaak niet aan de rauwe angsten en verlangens die menselijk gedrag aandrijven. Voor veel mensen biedt Radicaal-rechts een emotionele schuilplaats, niet alleen voor hun frustraties, maar voor hun complete zelfbeeld. Er zal ruimte nodig zijn om de schaamte, schuld en woede – de emoties en trauma's die worden voortgebracht door de allesoverheersende en -verslindende mannelijkheid – onder ogen te zien.
Zoals Sara Ahmed schrijft: “Politiek moet ruimte maken voor therapie.” Politieke strijd is niet alleen ideologisch, maar ook emotioneel. In de laatste hoofdstukken van The Will to Change pleit hooks daarom voor compassie voor mannen. Niet als een excuus voor het leed dat mannen veroorzaken, maar als een uitnodiging tot verandering.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in de Green European Journal.
Luister ook naar de aflevering van de podcast De Linkse Revolte met Sybren Kooistra: Waarom vallen witte mannen voor radicaal-rechts?
Lees ook in deze Helling

Word vriend & ontvang de Helling
Altijd de nieuwste artikelen lezen? Als vriend van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks ontvang je 4x per jaar de Helling per post. Ook heb je bij elke nieuwe editie direct toegang tot alle Helling-artikelen op onze website.
De Helling draagt bij aan verdieping en politieke visievorming binnen GroenLinks. Met jouw vriendschap steun je het werk van het tijdschrift en Wetenschappelijk Bureau GroenLinks.