Steeds vaker staat voedsel op de agenda van de politiek. In verschillende steden worden pogingen gedaan om een samenhangend voedselbeleid te ontwerpen. Dat blijkt niet eenvoudig. Amsterdam is een van die steden.
Voedsel speelt van oudsher een centrale rol in het leven en is verbonden met culturele waarden en identiteit. Onze tijd van snelle pakjes en zakjes roept de vraag op welke waarden we willen overdragen aan de volgende generatie. Door zelf te koken met kinderen bevechten we deze waarden opnieuw.
Wat een contrast: ik herinner me nog dat mijn moeder voor de eerste keer spaghetti op tafel zette; een doorbraak in vergelijking met het gewone menu van aardappelen, groente en een stukje vlees (uiteraard op vrijdag een stukje vis). Vergelijk dat eens met de aandacht die voedsel vandaag de dag krijgt.
Linkse partijen ontfermen zich graag over de minderbedeelden, in een klassiek verbond tussen elite en rafelrand. Maar al te opzichtige steun aan emanciperende bevolkingsgroepen vermindert hun gevoel van eigenaarschap van het emancipatieproces. GroenLinkse reflexen behoeven bijstelling.
Moeten degenen die in nood verkeren, geholpen worden? Tot mijn verbazing bestaat over het mijns inziens noodzakelijk positieve antwoord op die vraag geen consensus. De vluchtelingen die met gevaar voor eigen leven hun heil zoeken in Europa worden niet massaal met open armen ontvangen.
De politiek liet Zuid lang aan zijn lot over. Maar de laatste jaren wordt het ene na het andere programma gelanceerd om achterstanden weg te werken en participatie te bevorderen. Hoe wordt die bemoeienis ontvangen? Twee politici uit Feijenoord aan het woord.
De Fenixloods II is een oude havenloods op Katendrecht, waarin zich creatieve ondernemers hebben verzameld. Hier vindt tot 10 juli de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam (IABR) plaats: een tweejaarlijks internationaal podium voor architectuur. De hoofdvraag: wat is de relatie tussen ruimtelijke vormgeving en de economie van morgen?
Beeldend kunstenaar Jeanne van Heeswijk is zelden in een atelier, galerie of museumzaal te vinden. Haar werkplek is de stad zelf, waar mensen verbindingen met elkaar aangaan. Wat haar betreft ben je pas burger als je zelf vorm kunt geven aan de plek waar je woont en werkt.
De wijk Bloemhof is een vooroorlogse wijk in het Rotterdamse stadsdeel Feijenoord. Het is een van de armste buurten op Zuid, met zeventig procent bewoners van buitenlandse afkomst. Dominee Fokje Wierdsma keert zich tegen het steeds weer benadrukken van achterstand. Ze kijkt liever naar de mooie kant van de mensen.
Stimulans van huis uit, een betere beheersing van de taal dan andere Nederlanders en een diploma: dat zijn volgens Nasra Djorai voorwaarden om hogerop te komen. Zij is een van de Yueppen op Zuid. Zelf is ze ver gekomen, maar nu stoot ze haar hoofd toch tegen een glazen plafond. Een portret.