Veerkracht helpt politici en burgers in de omgang met onzekerheden, tegenslagen en onvoorspelbaarheid. Dat geldt zeker voor duurzaamheids- en klimaatbeleid. Maar flexibel bijsturen heeft zijn grens en daarom blijft het tijdig voorkomen van problemen cruciaal.
Met de term ‘veerkracht’ wordt een verschijnsel uit de natuur toegepast op het sociale domein. Kan dat zomaar? Welke kansen en welke gevaren schuilen er in zo’n analogie?
Veerkracht wordt in de eerste plaats voorgesteld als een ‘groen frame’. Wat gebeurt er als je de term toepast op sociaal terrein? Een gesprek over armoedebestrijding, Marx en roeien tegen de stroom.
Sinds de crisis zijn economische wetenschappers onzeker over de heersende neoliberale theorieën. Ze zijn op zoek naar inzichten die meer recht doen aan de complexiteit van de werkelijkheid. Het concept veerkracht maakt een kans.
De term ‘veerkracht’ wordt steeds populairder. Hij duikt op in de meest uiteenlopende contexten en wordt meestal positief gewaardeerd. Maar omdat veerkracht multi-interpretabel is, is voor een politiek gebruik van de term een morele invulling noodzakelijk.
In de vorige editie van De Helling publiceerden wij een oproep om het economisch denken van GroenLinks te vernieuwen. Hoe staat het daarmee? En wat zijn de belangrijkste lessen tot nu toe? We kunnen een samenvatting geven van alle reacties. Beter lijkt ons om drie lessen uit te lichten die ons denken verder brengen.
Links zit in de hoek waar de klappen vallen. De afgelopen decennia, maar zeker sinds 2017 staat links er electoraal slecht voor. Traditioneel links (PvdA, SP, en GroenLinks) haalde in 2017 37 zetels, minder dan de PvdA er alleen in 2012 had gehaald. In 2021 waren er daar nog maar 26 van over. De vraag is hoe dat kan. Recent onderzoek van Noam Gidron toont een mogelijke verklaring.
In de meeste boeken over duurzaamheid en de toekomst van de mensheid gaat het over de grote lijnen. Maar welke stappen zet je om je doel te bereiken? Een antwoord op die vraag geeft Alexander de Roo (1955) in 'Halverwege de groene eeuw 1970-2070'.
Niet de angst voeden voor wat komt, maar optimisme en hoop centraal stellen. Dat is wat Robbert Bodegraven, eerder directeur van wetenschappelijk bureau GroenLinks, voor ogen heeft met dit boek. De visionaire denkers met wie hij indringende gesprekken voert zijn allemaal vrouw. En dat levert een verrassend boek op waarvan een aantal interviews eerder in dit blad is verschenen.
We moeten naar een wereldwijd politiek en economisch systeem waarin zorg en solidariteit centraal staan. Dat betogen Dirk Holemans, Philsan Osman en Marie-Monique Franssen in hun essay Voor wie willen we zorgen? Ecofeminisme als inspiratiebron.