What a difference a year can make. 2015 marked a point of great enthusiasm about a turnaround in global climate policy. States signed on to the Paris climate agreement. As with any complex internationally negotiated deal, reactions were mixed. But most at least thought the Paris deal indicated one thing: that countries were politically committed to act on climate change. The outcome of the US election seems to threaten this fragile consensus.
Juni 2016: de Britten verbazen vriend en vijand door in een referendum – met krappe meerderheid – te stemmen voor een vertrek uit de Europese Unie. Terwijl in Groot-Brittannië de kruitdampen neerdalen, ontvouwt zich een dubieuze politiek in Turkije, zijn de Verenigde Staten in de greep van de meest bizarre presidentskandidaat ooit, en is in Frankrijk al maanden de noodtoestand in werking. Om het nog gekker te maken, ligt het voorstel ter tafel om het Antropoceen, het geologische tijdperk van de mens, uit te roepen: ook moeder Aarde ontkomt niet aan onze krachten en kwinkslagen. Deze ‘zware’ opsomming signaleert echter eerder een politiek probleem dan een existentiële zaak. Aan de hand van de ‘Brexit’ en een ‘duurzaamheidsverkenning’ uit 2004 bekijk ik hoe de Groenen het politieke debat een constructieve draai kunnen geven en in de nieuwe politiek voorop kunnen gaan lopen.
Europese zusterpartijen van GroenLinks laten momenteel zien dat regeren voor groene partijen alleszins haalbaar is. Wat kan GroenLinks van hen leren om formatieonderhandelingen en regeringsdeelname tot een succes te maken?
Samenwerken of standpunt matigen. Dat zijn de twee mogelijke wegen voor groene partijen naar landelijke regeringsverantwoordelijkheid, analyseert Simon Otjes op basis van vergelijkingen met Zweden en Finland. In veel gemeenten is GroenLinks al een doorgewinterde coalitiepartij. Vier fractievoorzitters vertellen over het wel en wee van lokaal regeren.
Niemand kan meer ontkennen dat we in de ‘ruïnes’ van het kapitalisme leven, stelt de Franse filosoof Bruno Latour. Een politiek aanbod dat past bij deze mentaliteitsverandering moet echter nog volgen. De groene partijen zijn volgens Latour bij uitstek geschikt om dat aanbod te leveren – mits ze de juiste vragen gaan stellen.
De partijen waaruit GroenLinks is ontstaan (PPR, PSP, CPN en EVP) stonden allen links van de PvdA. Zelf heb ik steeds twijfels gehad of de CPN - autoritair ingericht als zij was met haar 'democratisch centralisme' – wel links mocht heten. Dat de CPN meedeed was voor mij reden om niet mee te gaan naar GroenLinks, en om lid te worden van de PvdA. Ik zag nog de gestaalde kaders van Fré Meis voor me, uit de tijd dat ik voor de PPR in de Tweede Kamer zat (1972-1975). Of de Moskou-gezindheid van Marcus Bakker, die Gortzak en de zijnen de partij uitwerkte, toen deze terecht de inval van de Sovjetunie in Hongarije (1968) bekritiseerden. Links en autoritair was voor PPR- en PSP-mensen onverenigbaar.
In een tijd waarin de kritiek op Europa alleen maar lijkt toe te nemen, getuigt het van moed als een partij voor meer Europa durft te kiezen. GroenLinks is zo'n partij (zie hier). Dat is moedig, maar past het ook bij GroenLinks?
De Parlementaire pers is een en al lof over Paul Rosenmöller. De man is slim en scherp in het debat en weet een aansprekende mix te vinden van principiële standpunten en haalbare compromissen. In de interviews die hem de afgelopen maanden afgenomen werden, lag de nadruk op de dag van vandaag en die van gisteren, en dan wel speciaal de perceptie daarvan rond het Binnenhof. De Helling was vooral benieuwd naar de opvattingen van Paul Rosenmöller over GroenLinks zèlf. Wat zijn volgens hem de belangrijkste problemen, uitdagingen en dilemma’s waarmee de vijf jaar geleden ontstane partij te maken heeft, zou moeten hebben of zal krijgen?
Per 1 november neemt Robbert Bodegraven afscheid als directeur van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks. Noortje Thijssen is door het partijbestuur benoemd als interim-directeur voor de periode van 1 november tot 1 april.
Hoe maken we de eurozone op een ‘groene’ manier crisisbestendig? Hoe ziet een ‘groen’ Europees begrotingsbeleid eruit? De Helling legde deze vragen voor aan parlementariër Franziska Brantner van de Duitse oppositiepartij Bündnis 90/Die Grünen en de Franse voormalig Europarlementariër Alain Lipietz.