In tijdschrift de Helling reageert bijzonder hoogleraar Menno Fenger op het concept van de Parallelle Arbeidsmarkt (P-markt): een voorstel om werk te bieden aan mensen die door beperkingen of omstandigheden, of door gebrek aan beschikbare banen, niet of nauwelijks toegang hebben tot een reguliere baan. In plaats van een uitkering ontvangen mensen op de P-markt een salaris ter hoogte van maximaal het minimuminkomen. Fenger zet enkele kanttekeningen bij het concept die mijns inziens niet helemaal recht doen aan het model.
De voortdurend stijgende huizenprijzen zijn in de eerste plaats een politieke kwestie. De steeds hogere huizenprijzen zetten de toegankelijkheid van de woningmarkt onder druk en vergroten ongelijkheid, waarvan een aantal partijen disproportioneel profiteert. Vooral banken varen hier wel bij.
We moeten succesvol beleid afmeten aan ‘brede welvaart’ in plaats van economische groei. Het boek 'Kwetsbare welvaart' voorziet dit brede welvaartsbegrip van historische diepte.
Het huidige arbeidsmigratiebeleid draagt niet bij aan een oplossing voor ongereguleerde migratie of structurele personeelstekorten op de Nederlandse arbeidsmarkt. Tegelijkertijd gaat arbeidsmigratie op dit moment gepaard met ongelijke concurrentie en uitbuiting. Dit moet en kan anders. Hoe?
Er is binnen GroenLinks een kleine, maar fanatieke groep aanhangers van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Bij een vorig partijcongres scheelde het niet veel of ze hadden het basisinkomen in het verkiezingsprogramma opgenomen gekregen. Ik schrijf dit stuk uit bezorgdheid omdat ik de indruk krijg dat sommigen in hun bekeringsijver de weg zijn kwijtgeraakt.
‘Ik ben omdat wij zijn, omdat wij zijn, ben ik.’ Dat is zo’n beetje de kern van de Afrikaanse filosofische stroming Ubuntu. In de westerse wereld laten we ons liever door een ander credo leiden. Het ‘Ik denk, dus ik ben’ van Verlichtingsgrondlegger Descartes bepaalt ons wereldbeeld. Rationeel individualisme tegenover metafysisch collectivisme. Om het maar even plat te slaan in een westers kader van dualiteit.
De uitgangspunten ‘werk geeft zekerheid’ en ‘werk moet lonen’ moeten voor alle werkenden gelden, maar in de coronacrisis bleek dat delen van de arbeidsmarkt ‘omwaaiden’. Ook al proberen commissies zaken te veranderen het tij is lastig te keren. Onmachtig is de overheid niet. GroenLinks ziet de overheid als een speler op de arbeidsmarkt: als opdrachtgever en werkgever van alle diensten die samen de publieke sector vormen. Wat kan de overheid doen om de balans te herstellen? Welk sociaal vangnet moet er komen voor zzp’ers en andere groepen zelfstandigen? Welke onderdelen van de arbeidsmarkt zijn toe aan een make-over? Welke keuzes maakt GroenLinks hierin vanuit eigen idealen?
Steeds meer gemeenten voeden algoritmen met grote hoeveelheden persoonsgegevens om voorspellingen te doen over hun burgers. De Engelse stad Bristol geeft elk kind een score tussen 0 en 100, die het risico weergeeft dat het kind slachtoffer wordt van misbruik of verwaarlozing. Nederland kende tot voor kort SyRI, een systeem dat de bewoners van arme wijken binnenstebuiten keerde om fraude op te sporen. Wat is het effect van zulke voorspellende algoritmen op privacy, sociale rechtvaardigheid en het vertrouwen van burgers in hun overheid?
Dragen corona-traceerapps bij aan massasurveillance of geven zij juist een impuls aan het privacyvriendelijk ontwerpen van nieuwe technologie?
Veel mensen voelen weerzin bij het idee dat alleenstaande tachtigplussers gezelschap krijgen van zorgrobots. Maar weerspiegelt die weerzin niet eerder onze angst voor de ouderdom dan een afwijzing van technologische innovaties? Het debat over technologie en zorg tijdens de conferentie Kan technologie ook links zijn? in de Eerste Kamer levert prikkelende vragen op, maar ook duidelijke antwoorden. De deelnemers zijn het erover eens dat patiënten en werknemers een zware stem toekomt bij de ontwikkeling van technologie voor de zorgsector.