Beiden zijn zeer succesvolle politici in relatief onzichtbare instituties, beiden zetten zich met hart en ziel in voor een humaner asiel- en migratiebeleid, en beiden zwaaien de komende maanden af: Judith Sargentini als Europarlementariër en Tineke Strik als fractievoorzitter van GroenLinks in de Eerste Kamer. Alleen wacht Strik direct een nieuw politiek avontuur: ze volgt Sargentini op als nummer twee op de lijst voor het Europees Parlement. In het Amsterdamse filmtheater EYE blikken Strik en Sargentini op verzoek van de Helling terug én vooruit.
Ook zo genoten van dat eerste biertje op het terras? Hoe voelde het om met een frisse coupe de kapper te verlaten? Weer een museum binnen te stappen? Collega’s en vrienden in levenden lijve te zien?
Van de Westlandse kassen tot de Rotterdamse haven en de Limburgse aspergeteelt: steeds meer sectoren kampen, zelfs met het vrij verkeer van werknemers binnen de EU, met een dringend tekort aan personeel. Hoewel er buiten de EU mensen staan te popelen om in Nederland aan het werk te gaan, maken op dit moment vooral hoogopgeleide ‘expats’ kans op een werkvergunning. Hiermee blijven arbeidstekorten in stand en wijken ‘niet-kennismigranten’ uit naar gevaarlijke smokkelroutes. Hoog tijd voor een nieuw arbeidsmigratiebeleid.
Als de vergrijzing en krimp in Europa aanhouden en de economie blijft groeien, hebben we ook de komende dertig jaar arbeidsmigranten uit EU-lidstaten én daarbuiten nodig. Reden voor GroenLinks om te werken aan een menswaardig arbeidsmigratiebeleid dat recht doet aan zowel de economische en sociale praktijk als aan de waarden van de partij.
In 1977 schreef de Politieke Partij Radikalen, de ‘vrolijk linkse’ voorloper van GroenLinks, in het verkiezingsprogramma: “Nederland kan geen immigratieland zijn”. De PPR was met name kritisch over arbeidsmigratie. Zeventien jaar later, in 1994, schreef GroenLinks: “Nederland ís al een immigratieland”. En in 2006 stelde de partij dat het gemakkelijker moest worden voor arbeidsmigranten om tijdelijk in Nederland te komen werken. Hoe is deze radicale verandering in het linkse denken over arbeidsmigratie te verklaren?
Het is moreel verdedigbaar om arbeidsmigranten van buiten de EU tijdelijk en onder strikte voorwaarden minder rechten te geven dan burgers in het gastland. Hierdoor zullen landen namelijk bereid zijn om méér arbeidsmigranten toe te laten, stelt migratiedeskundige Martin Ruhs. Want of we het nu leuk vinden of niet: aan veel rechten hangt een prijskaartje. “Als die prijs tijdelijk omlaag gaat, krijgen meer mensen de kans op een beter leven.”
Dé euroscepsis bestaat niet: negatieve opvattingen over Europa variëren per lidstaat, afhankelijk van de nationale belangen. De EU zal een manier moeten vinden om met die verschillen om te gaan. De voortdurende focus op harmonisatie van Europees beleid werkt daarbij averechts: de EU is op een aantal beleidsterreinen gebaat bij een gedifferentieerde aanpak die per lidstaat verschilt.
De meeste Nederlandse gezinnen zijn ‘anderhalfverdieners’, waarbij doorgaans de man fulltime werkt en de vrouw een deeltijdbaan heeft. GroenLinks moedigt deeltijdwerken aan – voor mannen én vrouwen. Maar de manier waarop mensen in staat gesteld worden om werk en gezin te combineren, kan brede, onbedoelde effecten hebben - tot het immigratiebeleid aan toe.
Het ideaal dat iedereen binnen Europa zou kunnen reizen, wonen en werken in gelijkwaardigheid, lijkt gepaard te gaan met een ‘race naar het afvoerputje’. Sectoren met tekorten (land- en tuinbouw, vleesindustrie, de bouw) halen veelal Oost-Europese arbeidsmigranten binnen. Ze belanden in Nederland in een schimmige industrie waar koppelbazen en uitzendbureaus de dienst uitmaken. Zowel Europeanen als niet-Europeanen betreden onze arbeidsmarkt; in het slechtste geval worden zij werknemers zonder de rechten, voorzieningen en minimumlonen die voor andere werkenden wel gelden. Wat is een fatsoenlijk minimum voor arbeidsmigranten? Welke rol speelt de Europese Unie daarin? Wat moet Nederland – als ontvangend land – beter op orde krijgen als zij gedetacheerde werknemers ontvangt?
Niet iedereen begrijpt waarom er arbeidsmigranten worden toegelaten terwijl er in Nederland mensen zijn die niet of minder dan fulltime werken. Voor ons staat voorop dat arbeidsmigratie nooit een excuus mag zijn om onvoldoende te investeren in mensen die al in Nederland zijn en (meer) willen en kunnen werken. Nederlanders én nieuwkomers moeten door middel van een actief arbeidsmarktbeleid maximaal worden ondersteund in hun zoektocht naar werk.