Als één groot toneelstuk – zo vat Philipp Blom de actuele gebeurtenissen op, van de Brexit tot het Trump-tijdperk, en van de dreigende klimaatramp tot de coronacrisis. Door de wereld te zien als een toneel kan Blom nadenken over welke verhalen samenlevingen zichzelf vertellen, welke beelden ze scheppen, hoe die verhalen ‘een landkaart van het heden en de toekomst tekenen en wat ze verbergen’.
De financiële wereld heeft inmiddels alle facetten van ons dagelijks leven in zijn greep: van boodschappen tot biodiversiteit. Deze zogeheten financialisering zorgt voor ongelijkheid, een schuldenberg en werknemers die niet als mensen maar als kapitaal worden gezien. Het financiële stelsel moet dan ook aan de ene kant eerlijker en socialer worden, en aan de andere kant moeten we onze afhankelijkheid van finance verminderen.
Natuurinclusieve kringlooplandbouw, verticale stadslandbouw en zeewierteelt maken deel uit van de voedselketen in 2050. We eten veel minder vlees, zijn zuinig op nutriënten en zorgen voor een optimale inzet van biomassa. Boeren verdienen aan het voedsel dat zij produceren, maar worden ook beloond voor de diensten die zij de maatschappij leveren, zoals vergroting van biodiversiteit, landschapsonderhoud, waterberging en het vastleggen van koolstof in de bodem.
Kleding huren, wasmachines delen en een 15-minuten-samenleving. Om de CO2-uitstoot omlaag te krijgen, moeten consumptie en productie gericht zijn op gebruik in plaats van bezit. Dat vraagt om gericht financieel-economisch beleid, nieuwe technologie en burgerinitiatief.
De afgelopen maanden spraken premier Rutte en minister Kaag hun collega’s bij de Wereldbank, de EU en de VN aan op de noodzaak om klimaatverandering aan te pakken. Zo riep minister Kaag, samen met onder andere ministers uit Duitsland en Frankrijk, in een ingezonden brief in The Guardian het IMF op tot het financieren van duurzaam herstel door vooral in te zetten op groene infrastructuur en koolstofarme economieën.
Juist nu we de kracht van de samenleving meer dan ooit nodig hebben, zijn we vergeten hoe we deze moeten benutten. Om de grote uitdagingen en spanningen van deze tijd aan te kunnen – klimaatverandering voorop – moeten we volop ruimte maken voor burgerkracht, het collectief, samenwerken en verbinding. Dat beperkt zich niet tot dat schattige burgerinitiatiefje in de wijk; het is een gedaantewisseling die zich op alle niveaus moet voltrekken.
Gedreven door koppig optimisme en dankzij collaboratieve diplomatie lukte Christiana Figueres in 2015 wat niemand voor mogelijk had gehouden: ze smeedde namens de VN het Klimaatakkoord van Parijs. Sindsdien reist ze de wereld rond om mensen ervan te doordringen dat iedereen een rol heeft te spelen in het beschermen van de aarde. “Klimaatverandering bestrijden geeft geen garantie op succes, maar niks doen is onacceptabel.”
Nederland staat aan de vooravond van de Groene Eeuw. Klimaatverandering en toenemende grondstoffenschaarste dwingen verregaande verduurzaming van onze economie af. De industrie speelt hierin een hoofdrol, als grootverbruiker van grondstoffen en verantwoordelijke voor het grootste aandeel van de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen. Welk overheidsbeleid versnelt de verduurzaming van de Nederlandse industrie?
Groen staal uit Zweden, windenergie uit Denemarken en een Batterij Alliantie van de EU. Voor het ontwikkelen van een groene industriepolitiek kan Nederland inspiratie opdoen dichtbij huis. Drie voorbeelden.
Hoe kan ons geldstelsel de overgang naar een duurzame samenleving ondersteunen in plaats van belemmeren, zoals nu het geval is? Onderzoek van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks laat zien dat hiervoor op korte termijn grondige hervormingen nodig zijn: van een Volksbank blijvend in publieke handen en minder kredietverlening tot meer investeringen in duurzame projecten met een onzeker rendement.