Het toekennen van rechten aan bijvoorbeeld een rivier kan helpen om zo’n rivier te beschermen tegen vervuiling. Dat vraagt wel om goede voorwaarden, meent onderzoeker Matthias Kramm. Maatschappelijk draagvlak en formeel voogdijschap zijn cruciaal. En rechten voor de natuur moeten volgens hem niet geïsoleerd worden van economisch beleid.
Het idee om rechten toe te kennen aan de natuur komt op in een wereld die is getekend door de klimaatcrisis. Wat rechten in dit verband kunnen betekenen is een vraag naar de mogelijkheden van wetgeving en rechtshandhaving. Het Urgendavonnis, dat wereldwijd om die reden aandacht heeft getrokken, verdient het daarom preciezer te worden bekeken.
Onze relatie met de natuur is gestoeld op eigenaarschap en rentmeesterschap. De natuur is van ons, of is geleend, en moet daarom worden beheerd. In beide gevallen heeft de natuur een functie, namelijk het dienen van menselijke belangen. Hierin schuilt het risico van uitbuiting, en dat is wat in de moderne wereld gebeurt. Filosofe Isabelle Stengers schetst een alternatief systeem van ‘cosmopolitiek’ dat volgens Arthur Oldeman en Elze Vermaas handvatten biedt voor een systeem waarin de natuur een eigen stem heeft.
Het concept rechten voor de natuur is lastig te verwerken in bijvoorbeeld een vergunningenprocedure, meent Ivo Stumpe. De meeste Nederlanders staan voor een goede belangenafweging tussen economie en milieu. Daarbinnen valt volgens hem al enorm veel te verbeteren. “Meer onderzoek naar milieueffecten, waar nodig snel normen aanscherpen, regels beter handhaven en meer mogelijkheden om vergunningen te wijzigen of in te trekken.”
Voedsel wordt niet in de supermarkt gemaakt: het komt op ons bord door een samenspel van productie, distributie en consumptie. De omgang met alle aspecten van voedselsystemen, vanuit een perspectief van duurzaamheid, heet agro-ecologie. Een introductie.
Vrijwel nergens leidde Grenzen aan de Groei, het rapport uit 1972 voor de Club van Rome, tot zoveel politieke opschudding als in Nederland. Toch kwamen fundamentele hervormingen niet van de grond. De oorzaken: het dwaalspoor van ‘selectieve groei’ en de economische tegenwind na de oliecrisis van 1973.
Het Parlement der Dingen is een speculatief onderzoeksproject. We organiseren een politiek gesprek tussen Dieren, Dingen, Planten en Mensen. Daarbij stellen we ons vragen als: zou het recht zich niet op het Leven moeten richten, in plaats van alleen op de Mens? Kunnen we nieuwe politieke rituelen ontwerpen waarin het ecosysteem een nadrukkelijker plek heeft?
De steeds hogere grondprijzen drukken een groeiende stempel op het gebruik van grond. De duurzaamheid van het landschap staat dan ook onder druk. Volgens Jan van Rheenen en Jan Spijkerboer (Kadaster) kunnen eigentijdse vormen van grondeigendom een antwoord betekenen. “Ons systeem van privaat eigendom van grond heeft veel goeds gebracht, maar steeds duidelijker wordt dat er ook nadelen zijn.”
Laagliggend Nederland bestaat grotendeels uit veengrond: natte, zwarte bodems tjokvol organische stof. Ontwatering zorgt voor concurrerende landbouw, maar ook voor een groot klimaatprobleem. De Nederlandse natuur stoot zelfs per saldo broeikasgassen uit, in plaats van koolstof op te nemen. Een natte, toekomstbestendige landbouw is mogelijk. Jasper Groen over krimpend veen, groeiende uitstoot en de waarde van moerasplanten.
Met de term ‘veerkracht’ wordt een verschijnsel uit de natuur toegepast op het sociale domein. Kan dat zomaar? Welke kansen en welke gevaren schuilen er in zo’n analogie?