Vrijwel nergens leidde Grenzen aan de Groei, het rapport uit 1972 voor de Club van Rome, tot zoveel politieke opschudding als in Nederland. Toch kwamen fundamentele hervormingen niet van de grond. De oorzaken: het dwaalspoor van ‘selectieve groei’ en de economische tegenwind na de oliecrisis van 1973.
Het Parlement der Dingen is een speculatief onderzoeksproject. We organiseren een politiek gesprek tussen Dieren, Dingen, Planten en Mensen. Daarbij stellen we ons vragen als: zou het recht zich niet op het Leven moeten richten, in plaats van alleen op de Mens? Kunnen we nieuwe politieke rituelen ontwerpen waarin het ecosysteem een nadrukkelijker plek heeft?
De steeds hogere grondprijzen drukken een groeiende stempel op het gebruik van grond. De duurzaamheid van het landschap staat dan ook onder druk. Volgens Jan van Rheenen en Jan Spijkerboer (Kadaster) kunnen eigentijdse vormen van grondeigendom een antwoord betekenen. “Ons systeem van privaat eigendom van grond heeft veel goeds gebracht, maar steeds duidelijker wordt dat er ook nadelen zijn.”
Laagliggend Nederland bestaat grotendeels uit veengrond: natte, zwarte bodems tjokvol organische stof. Ontwatering zorgt voor concurrerende landbouw, maar ook voor een groot klimaatprobleem. De Nederlandse natuur stoot zelfs per saldo broeikasgassen uit, in plaats van koolstof op te nemen. Een natte, toekomstbestendige landbouw is mogelijk. Jasper Groen over krimpend veen, groeiende uitstoot en de waarde van moerasplanten.
Met de term ‘veerkracht’ wordt een verschijnsel uit de natuur toegepast op het sociale domein. Kan dat zomaar? Welke kansen en welke gevaren schuilen er in zo’n analogie?
We moeten succesvol beleid afmeten aan ‘brede welvaart’ in plaats van economische groei. Het boek 'Kwetsbare welvaart' voorziet het brede welvaartsbegrip van historische diepte.
In plaats van ‘ontwikkelingshulp’ en ‘Derde Wereld’ spreken we tegenwoordig over mondiale gelijkwaardigheid en duurzaamheid, maar visies van niet-westerse culturen op ontwikkeling en ecologie worden zelden serieus genomen als het gaat om strategieën voor een duurzamer wereld. Ten onrechte.
In steeds meer gemeenten gaan stemmen op voor een burgerberaad over de energietransitie. Dat geeft inwoners de kans om met betere oplossingen te komen dan politici. Maar beter voor wie? Hoe valt te voorkomen dat de lasten worden afgewenteld op groepen die niet aan tafel zitten?
Het Antropoceen is een krachtig begrip voor de beschrijving van de grote vraagstukken van deze tijd. De Nederlands-Zweedse atmosfeerchemicus en Nobelprijswinnaar Paul Crutzen, bedenker van de term ‘Antropoceen’, herkende deze kracht zelf ook: ‘De lang in stand gehouden barrières tussen natuur en cultuur brokkelen af. Er is niet langer sprake van Wij tegen de Natuur. In plaats daarvan bepalen wij wat natuur is en wat het zal zijn […].
In tegenstelling tot veel hedendaagse denkers pleit de Franse filosoof Virginie Maris niet voor minder, maar méér grenzen tussen cultuur en natuur. Die grenzen dienen om het ‘radicale anders-zijn’ van al het niet-menselijke dat rondom ons leeft aan te duiden en te beschermen.