Sterker nog, dan ben je volgens de auteurs waarschijnlijk links. Want links kiest blind voor minderen. Erger nog, links bedreigt ieders individuele vrijheid omdat ze de gemeenschap boven het individu stelt, het voorzorgsprincipe heilig acht en daarmee innovatie tegenhoudt.
Natuurlijk zijn er altijd voorbeelden te vinden van ‘minderaars’ die deze karikatuur bevestigen. Net zoals sommige auteurs in dit boek omgekeerd als kleuters achter hun modernistisch geloof in vooruitgang aanhollen.
Collectieve verdwazing
Neem bijvoorbeeld Jaffe Vink die in zijn ‘intermezzo’ elke criticus die het waagt kanttekeningen te plaatsen bij het succes van de Groene Revolutie - de laatste, grote landbouwrevolutie die zich voor een groot deel tussen 1960 en 1980 voornamelijk in de Aziatische landbouw voltrok - onmiddellijk van ‘collectieve verdwazing’ beticht.
Of neem Ralf Bodelier (hoofdstuk 13) die zo sterk overtuigd is van het wetmatig verband tussen individuele vrijheid en de moderniseringstrits van innovatie, welvaart en duurzaamheid dat hij geheel vergeet dat China – een land dat hij in zijn artikel expliciet verfoeit – in korte tijd, zonder enige ontwikkelingshulp, twintig miljoen mensen uit de armoede heeft getild. China loopt sinds kort voorop op het gebied van onderzoek naar AI en doet wat aantallen innovaties en patenten betreft niet onder voor het vrije Westen.
Bovendien heeft het land zojuist aangekondigd dat het in 2060 volledig klimaatneutraal hoopt te zijn. Bodelier vermeldt in zijn stuk weliswaar de kapitale fouten die China bij de uitbraak van het coronavirus maakte, maar vermeldt niet dat China het virus inmiddels beter onder controle lijkt te hebben dan de VS of Europa.
China is een dictatuur. Het kan zijn dat de cijfers die naar buiten komen de werkelijkheid mooier voorstellen dan ze is. Maar ook als de cijfers minder rooskleurig zijn, laten de ontwikkelingen in dat land zien dat individuele vrijheid geen noodzakelijke noch een voldoende voorwaarde is voor de vooruitgang die volgens Bodelier wetmatig op de individuele vrijheid volgt.
Individuele vrijheid is een groot goed. Maar de link tussen vrijheid en vooruitgang is stukken complexer dan Bodelier in zijn naïeve vooruitgangsgeloof veronderstelt.
Juichverhalen
Vrijwel elk hoofdstuk in het boek begint met juichverhalen over ‘Meer!’, waarna, in het beste geval, de link met de gewenste vooruitgang van een stevig aantal mitsen en maren wordt voorzien. Zo blijkt ‘meer toerisme’ (hoofdstuk 15) niet vanzelf tot meer ‘begrip voor andere culturen’ te leiden; leidt ‘meer welvaart’ (hoofdstuk 14) niet automatisch tot ‘meer geluk’; levert ‘meer betutteling’ (hoofdstuk 16) niet vanzelf ‘meer vrijheid’; blijkt ‘meer ontwikkelingshulp’ (hoofdstuk 6) niet altijd even goed te werken; en biedt verstedelijking (hoofdstuk 5) niet zonder meer een uitweg uit de armoede.
Zo heftig gaan de auteurs te keer tegen alles wat naar minderen zweemt dat ze overal vijanden zien. Neem Bruno Latour, in hun ogen een belachelijke minderaar. Ze vergeten dat Latour een essay over Mary Shelley’s roman ‘Frankenstein’ schreef - Love Your Monsters- dat een prominente plaats kreeg in een bundel van, jawel, twee grondleggers van het ecomodernisme, Shellenberger en Nordhaus. Die vonden de titel van Latours essay zo mooi dat ze hun bundel prompt dezelfde benaming gaven.
Volgens Latour was het niet Frankensteins misdaad dat hij een monster had geschapen, maar dat hij zijn schepsel in de steek had gelaten. Hij had hem beter met wat meer attentie en toewijding op het rechte pad kunnen houden. De bundel is op z’n sterkst op de enkele plekken in het boek waar de auteurs hetzelfde doen: hun voorstellen met zorg de wereld insturen.
Verstokte doemdenkers en exuberante modernisten: de enige manier waarop ze in hun blindheid kunnen volharden is door zich te spiegelen in elkaars excessen.
Meer. Hoe overvloed de wereld juist duurzamer en welvarender maakt.
Hidde Boersma e.a. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2020