“Papa, vertel nog eens over de oorlog? Vertel nog eens hoe oma op haar fiets zonder banden dagenlang op pad ging om bij boeren haar sieraden te ruilen voor wat bonen en brood? En hoe jij als vijfjarige al rookte om de honger niet te voelen?”
Vincent, een veertiger die al jaren stevig verslaafd is aan alcohol, heeft zichzelf naar een afkickkliniek gesleept. Hij wil wanhopig graag controle over zijn drinkgedrag krijgen. Dit blijkt ondanks het goede afkickprogramma onmogelijk: de gangen van de kliniek hangen vol whiskyreclames en op iedere verdieping is een bar waar patiënten zich laveloos kunnen drinken.
In het voedselnummer van tijdschrift De Helling staat een cartoon van Anne Stalinski over tomaten. Daarin zie je ver reizende, veel CO2 uitstotende tomaten, en als het goede alternatief de tomaten van de farm in de buurt. Van deze voorstelling klopt bar weinig, zowel descriptief als prescriptief, en wel het allerminst voor de Europese tomaat.
Op grond van samenwerking is een doorwrocht boek over grond-gebaseerde commons: wooncoöperatieven, voedsel- en landbouwinitiatieven en ‘trage wegen’. Het boek beslaat de Vlaamse en Brusselse context, maar is ook zeer boeiend voor Nederlanders die zich in ‘landed commons’ willen verdiepen. Het boek richt zich op iedereen die op zoek is naar nieuwe, meer solidaire manieren om met grond en wonen om te gaan.
Voedsel is geen voorwaarde om te leven; het is de essentie van het leven zelf, de bril waardoor we naar de maatschappij kijken. Deze gedachte vormt het uitgangspunt van het onderhoudende nieuwe boek van architect Carolyn Steel. Ook zonder doortimmerd voorstel voor een nieuw voedselbeleid is Sitopia absoluut inspirerend en de moeite waard.
Resilience Practice geeft een goed beeld van veerkracht als dynamiek van sociaalecologische systemen inclusief het menselijke handelen. Geschreven door een wetenschapper en een journalist richt het zich tot een breed publiek.
Het lijkt een voor de hand liggende oplossing: druk de maatschappelijke kosten van voedselproductie uit in de prijs voor een hamburger of een pak koekjes, en de overstap naar een vegetarisch en biologisch dieet is snel gemaakt. Toch zit er een belangrijk nadeel aan zogeheten true cost accounting: het reduceert het debat over duurzaam voedsel tot een kosten-batenanalyse en legt de verantwoordelijkheid voor verduurzaming bij de consument.
Natuurinclusieve kringlooplandbouw, verticale stadslandbouw en zeewierteelt maken deel uit van de voedselketen in 2050. We eten veel minder vlees, zijn zuinig op nutriënten en zorgen voor een optimale inzet van biomassa. Boeren verdienen aan het voedsel dat zij produceren, maar worden ook beloond voor de diensten die zij de maatschappij leveren, zoals vergroting van biodiversiteit, landschapsonderhoud, waterberging en het vastleggen van koolstof in de bodem.
We moeten ons serieuze vragen te stellen over de manier waarop we nu en in de toekomst ons voedsel produceren. Gaan we door met genetisch gemanipuleerd voedsel en chemische middelen, of houden we op met dit spelen met ons eten?
Waarheen met ons voedselsysteem? Deze vraag stond in de debatreeks ‘It’s the food, my friend’ centraal. Hebben de bezoekers aan het eind van de debatreeks een antwoord gekregen? Ja en nee. Is het debat dan wel nuttig geweest? Dat zeker, want het is nu tijd om beleid te gaan maken met de opgedane kennis..