"Tegenover een ‘waardevolle economie’ staat een ‘waardeloze economie’." stelt Ewald Engelen, hoogleraar financiële geografie. "Het type economische groei die Nederland in de afgelopen 15 tot 20 jaar heeft meegemaakt, is waardeloos. Om te zien hoe waardeloos die groei is, dalen we af naar de krochten van het bankbedrijf".
Na het faillissement van Lehman Brothers in september 2008 is de staatsschuld in de meeste eurolanden aan de hoge kant. De politiek heeft daardoor nog maar minimale speelruimte. Mocht zich een tweede bankencrisis aandienen, dan moeten onconventionele methoden een uitweg bieden.
De discussie over de kosten van kinderopvang is hevig, maar wordt geleid door verschillende en soms verborgen agenda's – en dat wordt lang niet altijd duidelijk uit de in de media naar voren gebrachte voorbeelden. Tijd om eens wat mythes door te prikken, zodat we onze aandacht kunnen richten op de echte problemen.
Tijdens de tweede lezing in de reeks 'Waardevolle economie' analyseerde econoom Alfred Kleinknecht de bouwstenen van de crisis. Een belangrijke rol geeft hij aan het neoliberale gedachtegoed, dat sinds de jaren tachtig bezig is de verzorgingsstaat af te breken. De shock van de crisis wordt door rechts aangegrepen om fors te bezuinigen op de restanten van de keynesiaanse economie.
De financiële crisis woekert nog immer voort, inmiddels vooral als soevereine schuldencrisis in de Europese periferie. Tegelijk is het debat de afgelopen jaren verengt tot de overheidsbegroting: blijven we onder de 3% en hoe slecht was het beleid in de crisislanden in de periferie van de Eurozone wel niet. Daarmee verliezen we de fundamentele oorzaken van de huidige economische misère uit het oog, en wordt de schuld te eenzijdig bij overheden gelegd.
Ons geldsysteem is structureel instabiel, regeringen zouden ruimte moeten geven aan alternatieve munten. We moeten weg van het monopolie van één soort geld.
Gemeenten kregen de afgelopen jaren steeds meer taken en steeds minder geld. Eerlijkere financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten zijn hard nodig. Aangezien de ambities van GroenLinks – energietransitie, kansengelijkheid, inclusiviteit – grotendeels lokaal moeten worden gerealiseerd, ligt hier een belangrijke opdracht voor de partij.
EU-landen worden in deze coronacrisis voorlopig niet lastiggevallen met verplichte Europese normen voor bezuinigingen die in het verleden rampzalig uitpakten voor onder meer de sociale zekerheid. Voordat de geschiedenis herhaalt, moet de EU lessen trekken uit de averechtse bezuinigingspolitiek van de vorige crisis.
De financiële wereld heeft inmiddels alle facetten van ons dagelijks leven in zijn greep: van boodschappen tot biodiversiteit. Deze zogeheten financialisering zorgt voor ongelijkheid, een schuldenberg en werknemers die niet als mensen maar als kapitaal worden gezien. Het financiële stelsel moet dan ook aan de ene kant eerlijker en socialer worden, en aan de andere kant moeten we onze afhankelijkheid van finance verminderen.
Kleding huren, wasmachines delen en een 15-minuten-samenleving. Om de CO2-uitstoot omlaag te krijgen, moeten consumptie en productie gericht zijn op gebruik in plaats van bezit. Dat vraagt om gericht financieel-economisch beleid, nieuwe technologie en burgerinitiatief.