De nieuwe Helling gaat over groene economie. Vele vragen en activiteiten rondom duurzaam ondernemen komen aan de orde. Maar ook de tegenkrachten worden benoemd, zoals producenten en profiteurs van fossiele energie en wetten en overheidsbelangen.
De financiële en economische crises stimuleren het denken over alternatieven voor het neoliberalisme en de politieke crisis roept vragen op over de relatie tussen overheid en burgers. Er wordt weer gepleit voor meer ruimte voor zelfbeheer, collectief eigendom en gemeenschappelijk bezit. De nieuwe Helling introduceert dit debat met zijn vele onbeantwoorde vragen
Het Antropoceen moet gepolitiseerd worden. Lokale democratische dialoog is daarbij onmisbaar. Dat zijn de conclusies die ik trek uit een reeks van interviews met wetenschappers over het Tijdperk van de Mens.
Grondstoffen zijn te waardevol om verloren te laten gaan als afval. Steeds meer burgers en bedrijven zijn zich daarvan bewust. Op 26 februari wordt tijdens het symposium met onder anderen Michel Bauwens een nieuwe publicatie van De Helling gepresenteerd: 'De circulaire economie: waarom productie, consumptie en groei fundamenteel anders moeten' (Socrates Schouten).
Het Westen moet de flexibiliteit van de Inuit krijgen wil ze de komende eeuw overleven. Bezit wordt minder belangrijk, betoogt Pepijn Vloemans. "Onze lineaire economie zal circulair worden."
Onze samenleving kan niet zonder verbeeldingskracht, vooral niet in tijden van crisis. Kunstenaars tonen ons nieuwe werelden als we dat het meest nodig hebben en verdienen daarom onze steun. Subsidies zijn daarbij maar één instrument. Kunstenaars hebben ook zelf de verantwoordelijkheid het draagvlak voor hun werk te verbreden.
GroenLinks is misschien wel groen, maar is het ook links? Rijke schetst de contouren van wat in zijn ogen 'echt links' is. In navolging van Willem Schinkel (1) noemt hij dat 'links van links'. Als er één linkse partij is die zich in zijn ogen op links van links hoort te bevinden, dan is het wel GroenLinks, ideeënpartij.
Waarom is er na zes jaar crisis zo weinig protest? Gezien de voortdurende berichtgeving over de losgeslagen financiële wereld, speculerende semi-publieke instellingen en groeiende sociale ongelijkheid is de hedendaagse apathie op zijn minst opmerkelijk. Hoe is ze te verklaren? Het gebrek aan protest hangt samen met een gebrek aan een Groot Verhaal, dat de huidige misstanden met elkaar in verband kan brengen en tot actie aanzet.
Waarom is er na zes jaar crisis zo weinig protest? In deel 1 kwam ik tot de conclusie dat het gebrek aan protest kan worden verklaard door de maskerade van de neoliberale ideologie als ‘realiteit’. In dit tweede deel benadruk ik de mogelijkheid tot vervanging van het neoliberale narratief. Een voorwaarde daarvoor is dat we het opnieuw als ideologie leren herkennen – en niet langer als ‘realiteit’ accepteren.