In economische modellen wordt steevast uitgegaan van ‘nutsmaximaliserende actoren’. De modellen zijn zo abstract dat er zelden gewag wordt gemaakt van de klasse waaruit deze actoren afkomstig zijn, wat hun huidskleur is, of het om mannen, vrouwen of transgenders gaat, hoe hoog of laag ze zijn opgeleid, of tot welke generatie ze behoren. Als je daar anno 2022 rekening mee houdt, verandert economics al snel in angrynomics, aldus economen Eric Lonergan en Mark Blyth, die hun boek deze titel gaven.
De keuzes die we maken bij de energietransitie hebben gevolgen voor mensen elders in de wereld, voor toekomstige generaties en voor de positie van Europa in de geopolitiek. Dat wordt duidelijk als we ons afvragen waar de metalen voor onze windturbines, zonnepanelen en elektrische voertuigen vandaan komen.
Waterstof is een onmisbare bouwsteen voor een klimaatneutrale economie. Het vormt een alternatief voor fossiele brand- en grondstoffen zoals kolen, olie en aardgas. Het vergroenen van de industrie kan niet zonder waterstof, en ook voor de scheepvaart en intercontinentale luchtvaart biedt waterstof een groen perspectief. Waterstof staat dan ook vol in de belangstelling. Het kabinet wil maar liefst tien miljard euro investeren in een Nederlandse waterstofeconomie. Helaas is het geen vaststaand gegeven dat Nederland zo snel mogelijk overstapt op waterstof die echt groen en duurzaam is. Wat is daarvoor nodig?
De pandemie deed de wereld op zijn grondvesten schudden, eiste 5,5 miljoen mensenlevens en blijft wereldwijd woeden. Nu Europese landen de beperkingen opheffen, willen velen een punt zetten achter Covid-19. Adam Tooze wil met Shutdown: How Covid Shook the World's Economy juist analyseren wat er gebeurde. Wat zegt de pandemie over de wereldwijde verhoudingen? Tweede Kamerlid Senna Maatoug ging met de economisch historicus uit de Verenigde Staten in gesprek over zijn boek. Hoe moet de politiek reageren op pandemieën en de klimaatcrisis?
Het stuk van Rodenbrug en Maatoug is prijzenswaardig maar hun voorstellen raken nog te weinig aan de fundamenten van het kapitalisme. Wat daarvoor nodig is, is onder andere de erkenning dat de basis van de economie niet de markt is en evenmin de staat, maar de gemeenschapseconomie.
Het neoliberalisme heeft zijn beste tijd gehad. Deze boodschap lazen we de afgelopen tijd overal terug. De coronapandemie zou definitief het einde betekenen voor een economische ideologie die decennialang onze samenleving heeft gedomineerd.
Jesse Klaver verwoordde in 2017 zijn verzet tegen de economisering van de samenleving in zijn boek De mythe van het economisme. De klimaatcrisis, de groeiende ongelijkheid en ook de coronacrisis laten zien dat zijn betoog niets aan actualiteitswaarde heeft ingeboet. Het is kortom tijd voor een radicaal andere economie.
Toen in 1989 de muur viel en het Sovjetrijk ineenstortte, heerste optimisme alom. De hele wereld zou nu liberaal en democratisch worden. Iedereen zou het beter krijgen en autocratische regimes zouden vanzelf imploderen. Geheel conform de titel van een beroemd boek werd het ‘Einde van de geschiedenis’ ingeluid. De tijd tikte weliswaar door, maar liberaal-democratische regimes hadden zowel materieel als ideëel nu definitief hun eeuwigheidswaarde aan de rest van de wereld bewezen.
In plaats van ‘ontwikkelingshulp’ en ‘Derde Wereld’ spreken we tegenwoordig over mondiale gelijkwaardigheid en duurzaamheid, maar visies van niet-westerse culturen op ontwikkeling en ecologie worden zelden serieus genomen als het gaat om strategieën voor een duurzamer wereld. Ten onrechte.
De overheid heeft zich steeds meer teruggetrokken uit wijken en buurten. Met als gevolg een achteruitgang van de voorzieningen voor de bewoners. Toch valt er welvaart terug te brengen in de wijk bijvoorbeeld met Community Wealth Building. Waar komt het concept vandaan en hoe werkt het?