Van de Westlandse kassen tot de Rotterdamse haven en de Limburgse aspergeteelt: steeds meer sectoren kampen, zelfs met het vrij verkeer van werknemers binnen de EU, met een dringend tekort aan personeel. Hoewel er buiten de EU mensen staan te popelen om in Nederland aan het werk te gaan, maken op dit moment vooral hoogopgeleide ‘expats’ kans op een werkvergunning. Hiermee blijven arbeidstekorten in stand en wijken ‘niet-kennismigranten’ uit naar gevaarlijke smokkelroutes. Hoog tijd voor een nieuw arbeidsmigratiebeleid.
Honderdduizenden mensen willen graag aan het werk maar krijgen niet de ondersteuning die ze daarvoor nodig hebben. De aangeboden hulp sluit vaak nauwelijks aan op hun behoeften of wordt zo dwingend en wantrouwend gebracht, dat werkzoekenden ontmoedigd afhaken. Het is hoog tijd voor eerlijk en effectief arbeidsmarktbeleid dat mensen in staat stelt om zelf hun werkende leven vorm te geven.
Voor een eerlijke samenleving is het van groot belang dat alle werkenden een gelijkwaardige positie hebben op en toegang tot de arbeidsmarkt. GroenLinks zou zich dan ook moeten inzetten voor onder meer een recht op werk in de vorm van basisbanen en een verplichte verzekering voor zowel werknemers in loondienst als zzp’ers.
Als de vergrijzing en krimp in Europa aanhouden en de economie blijft groeien, hebben we ook de komende dertig jaar arbeidsmigranten uit EU-lidstaten én daarbuiten nodig. Reden voor GroenLinks om te werken aan een menswaardig arbeidsmigratiebeleid dat recht doet aan zowel de economische en sociale praktijk als aan de waarden van de partij.
Overal worden Green New Deal-plannen gemaakt. Als antwoord op zowel de klimaatcrisis als op sociale ongelijkheid. Maar de verschillen zijn groot. Veel plannen zijn niet meer dan losse maatregelen. Terwijl een Green New Deal die ons op lange termijn welvarend houdt, gebaseerd moet zijn op vier grote systemische transities.
Het bruto binnenlands product is het machtigste cijfer ter wereld. Voor een maatschappij waarin welzijn, duurzaamheid en rechtvaardigheid centraal staan, zijn andere indicatoren nodig. Afgelopen vijftig jaar zijn honderden alternatieven voor het bbp voorgesteld, maar geen van alle heeft het groeicijfer van zijn troon kunnen stoten. Tijd voor een actieplan om het bbp vóór 2030 te vervangen.
Nergens in Europa is het aandeel flexwerkers de afgelopen jaren zo hard gestegen als in Nederland: drie miljoen werknemers werken tegenwoordig als flexwerkers, oftewel 30 procent van alle werkenden in Nederland. Een ontwikkeling waardoor een groeiend deel van de bevolking niet op financiële of baanzekerheid kan rekenen. In Uitgebuit onthullen journalisten van onderzoeksplatform Investico een aantal grove misstanden aan de onderkant van de Nederlandse arbeidsmarkt.
Als ik in de stad mensen zie lopen met in beide handen enorme tassen van de Primark, bekruipt mij een machteloze kwaadheid. In plaats van ze toe te schreeuwen: ‘doe dat nou níet’, loop ik gegeneerd verder. Ik voel me een anachronistische activist, die niet begrijpt dat er mensen zijn die iedere week iets nieuws willen kopen en dragen, als uitdrukking van onze vrijheid - bijna als mensenrecht. Zelfonderzoek leert dat ik nog gevormd ben door de gedachte dat kleding een gebruiksartikel is en geen verbruiksartikel.
Premier Rutte was overduidelijk trots toen hij in september tijdens de VN-klimaatweek in New York vertelde dat Nederland maar liefst 600 miljoen euro uitgeeft aan het tegengaan van klimaatverandering. Deze blijde boodschap ging gepaard met een dringende oproep aan andere landen om zich net zo voorbeeldig te gedragen als Nederland, dat als ‘kleine speler’ in zijn eentje geen verschil kan maken. Voor het gemak liet Rutte maar achterwege dat zijn regering meer dan het dubbele, namelijk 1,5 miljard, uitgeeft aan het ondersteunen van bedrijven die wereldwijd geld verdienen in de fossiele industrie.
De verleidelijke modewereld kent een paar onprettige bijkomstigheden. Zo is de textielindustrie een van de grootste vervuilers ter wereld. Enorme hoeveelheden goedkope kleren worden tegen hoge milieu- en ethische kosten geproduceerd. En dat met een snelheid die in nog geen vijftien jaar is verdubbeld. Het productiemodel, dat uitgaat van ’nemen, maken, weggooien’ is rijp voor een transformatie. Zijn we in 2049 klaar voor een circulaire textieleconomie?