Jonge mensen ontspringen de dans bij corona, maar betalen wel de prijs voor de coronacrisis en de klimaatcrisis. De tieners en twintigers van nu worden opgezadeld met de gevolgen. Ze zijn de generatie die opgroeien zonder basisbeurs en zijn hoge studieleningen aangegaan. Veel verloren hun bijbaan in coronatijd en het is de vraag of ze na de crisis zo weer aan het werk kunnen. Na beroepsopleiding of studie wacht hen geen vaste baan en op de oververhitte woningmarkt een betaalbaar dak boven je hoofd vinden is een beproeving. Tegelijkertijd zijn jongeren veerkrachtig en inventief. Als we welvaart eerlijk willen verdelen, een toekomst willen waarin duurzaamheid voorop staat en waarin starters volwaardig kunnen meedraaien in de samenleving: welke voorstellen helpen jongeren en twintigers vooruit? Wat moet er nu gebeuren? Wat zijn de dilemma’s als er keuzes gemaakt moeten worden?
Het ideaal dat iedereen binnen Europa zou kunnen reizen, wonen en werken in gelijkwaardigheid, lijkt gepaard te gaan met een ‘race naar het afvoerputje’. Sectoren met tekorten (land- en tuinbouw, vleesindustrie, de bouw) halen veelal Oost-Europese arbeidsmigranten binnen. Ze belanden in Nederland in een schimmige industrie waar koppelbazen en uitzendbureaus de dienst uitmaken. Zowel Europeanen als niet-Europeanen betreden onze arbeidsmarkt; in het slechtste geval worden zij werknemers zonder de rechten, voorzieningen en minimumlonen die voor andere werkenden wel gelden. Wat is een fatsoenlijk minimum voor arbeidsmigranten? Welke rol speelt de Europese Unie daarin? Wat moet Nederland – als ontvangend land – beter op orde krijgen als zij gedetacheerde werknemers ontvangt?
Een koopwoning is altijd een goede investering en maakt ons betere mensen. Huurregulering drijft de prijzen op en bij een welvarende samenleving hoort nu eenmaal een grote koopsector. Deze en andere veelgehoorde mythes over wonen, gebaseerd op een rotsvast geloof in marktwerking, hebben bijgedragen aan een huisvestingsbeleid dat bijzonder vriendelijk is voor kopers en dat veel huurders in de problemen brengt. Tijd om deze mythes door te prikken en huurders evenveel kansen en ruimte te geven als kopers.
Het huidige financieel-monetair systeem is structureel instabiel en valt ten prooi aan overregulering. Daarnaast werkt het duurzaamheidsambities zoals de energietransitie tegen. De opkomst van digitale technologieën als internet, blockchain, smart contracts en big data maken het mogelijk om het systeem fundamenteel anders in te richten. Een publiek digitaal geldstelsel vormt een antwoord op de belangrijkste problemen.
Aan de hand van haar inmiddels wereldberoemde donutmodel pleit Oxford-econoom Kate Raworth voor een nieuwe manier van denken over groei: niet als doel op zich, maar als iets dat gebonden is aan de planetaire en welvaartsgrenzen. “Al zullen degenen die profiteren van het huidige systeem zich in eerste instantie natuurlijk verzetten.”
De komende weken komt De Helling met een reeks morele uitdagingen in economische crisistijd. Basis voor deze reeks is een toespraak die Theo Salemink op 30 januari 2014 gehouden heeft tijdens de conferentie ‘Weg uit de crisis!?’, een tweejaarlijkse bijeenkomst van kerken, humanisten en vakbeweging op het hoofdkantoor van het FNV in Amsterdam. De zesde morele uitdaging: behoud van de verzorgingsstaat.
Gaat uw kind spijbelen? Komt uw buurman in de schulden? Wordt uw buurt crimineler? Dankzij slimme algoritmen kan de overheid dit steeds vaker voorspellen voordat de leerplichtambtenaar of de schuldsanering daadwerkelijk aan de deur klopt. Hoewel door slimme algoritmen verzamelde data kunnen leiden tot het vroegtijdig opsporen van armoede of het veiliger maken van een stad, roept deze aanpak ook de nodige vragen op. Hoe houden we politiek grip op slimme algoritmen en zorgen we ervoor dat nieuwe technologieën ons ten goede komen? Zeven politieke lessen van Albert Meijer, hoogleraar Publieke Innovatie aan de Universiteit Utrecht.
Het ‘wat’, daar zijn Rik Grashoff en Martin Scholten het roerend over eens: het tegengaan van klimaatverandering vraagt om een natuurinclusieve kringlooplandbouw. Over het ‘hoe’ verschillen ze van mening. Volgens voormalig Tweede Kamerlid Grashoff vereist deze omslag een forse inkrimping van de veestapel. Scholten, hoofd van de Animal Sciences Group van Wageningen Universiteit, vindt dat een verkeerde insteek. Een soms felle discussie tussen twee voorstanders van een groener landbouwbeleid. “Als we niet stevig ingrijpen, gaan we de bietenbrug op.”
Het Belgische metaalbedrijf Umicore veranderde van ernstige milieuvervuiler naar koploper in de duurzaamheidsranglijsten. Wat motiveerde het bedrijf hierbij? En wat kunnen de activiteiten van Umicore betekenen voor een toekomstige groene economie?
Rioolwater kan energie en grondstoffen leveren. Fotograaf Philippe McIntyre brengt de bijdrage van Omzetpunt Amersfoort aan de circulaire economie in beeld.